In dit deel gaan wij onze blik werpen op een onderwerp met betrekking tot een bepaald kenmerk bij het menselijke ras dat wereldwijd verspreid is onder mensen van alle pluimage, naties, rassen en culturen. Iets dat in gezinnen, families en overal verwoesting en vernieling teweegbrengt en hoe God ons hiervan kan bevrijden. Ik heb het hier over BOOSHEID en TOORN.
In een eerdere studie zagen wij hoe wij satan een invalsmogelijkheid in ons leven geeft wanneer wij niet bereid zijn om iemand te vergeven; een mogelijkheid om een voet tussen de deur van ons leven te krijgen die ons kapot kan maken. De bijbel spreekt ook nog over iets anders wat de duivel een mogelijkheid kan geven in ons leven en dat is boosheid (toorn). In Efeziërs 4:26-27 staat geschreven: " Als u kwaad (or'gizo) bent, laat dan geen wrok (parorgis'mos) in uw hart opkomen, want dan zondigt u. Zorg ervoor dat u uw boosheid voor het einde van de dag weer kwijt bent. Geef de duivel geen schijn van kans ".
(Vertaler) Ter verduidelijking staan hieronder de originele Griekse woorden, omdat in het Engels voor boosheid en toorn maar 1 woord gebruikt wordt namelijk anger:
(Οργιζω) or'gizo; prikkelen, boos maken, tot boosheid geprikkeld woorden, boos zijn .
(παροργισμος) parorgis'mos; verontwaardiging, toorn, verbittering
Er is een vorm van boosheid die zondig is en er is een vorm van boosheid die niet zondig is. In Markus 3 lezen wij dat, toen Jezus naar de synagoge ging, er een man was met een verschrompelde hand en dat de farizeeërs erop zaten te wachten om te zien of Jezus deze man op de sabbat zou genezen. Toen Jezus het gebrek aan compassie zag bij de farizeeërs kunnen wij het volgende hierover lezen: " Jezus liet zijn blik langs hen gaan, boos en tegelijk verdrietig over hun hardheid " (Markus 3:5 NBV). Hij verloor hierbij niet de controle over zijn gemoedstoestand. Wanneer Hij dat wel gedaan zou hebben dan zou Jezus niet bedroefd zijn geweest. Hij was bedroefd en boos op deze mensen. Jezus was boos toen Hij in de tempel de geldwisselaars bezig zag om geld te verdienen in de naam van religie. Hij joeg hen weg, maar ook hier verloor Hij zijn zelfbeheersing niet.
Een geest vervulde mens is vol van zelfbeheersing. Hij mag dan mensen tegenkomen als de farizeeërs, die gebrek hebben aan compassie voor hen die arm en hulpbehoevend zijn, of hij ziet mensen die geld verdienen uit naam van religie, maar hij verliest hierbij niet zijn zelfbeheersing. Dit soort boosheid, daar waar het te maken heeft met Gods glorie en eer en waar het gaat om het welzijn van andere mensen die hulp nodig hebben, is geen zonde. Boosheid en toorn waarbij het om onszelf gaat, omdat iemand mij benadeeld of lastig gevallen heeft, mijn plannen in de war heeft geschopt, mij problemen heeft bezorgd, mij verdriet heeft aangedaan, dat soort boosheid is wel zonde. Toen men Jezus in Zijn gezicht sloeg en haar uit Zijn baard trok, is Hij niet één keer boos geworden. Hij heeft toen niets gezegd, maar heeft het hen vergeven.
Dus wanneer er staat 'wees boos, maar zondig niet' dan moeten wij kunnen herkennen welke soort boosheid zonde is en welke niet. Boosheid die niets van doen heeft met onszelf, maar alleen met de glorie van God, of alleen het goede wil voor anderen is gerechtvaardigde boosheid. Boosheid echter door dingen die met onszelf te maken hebben, wat mij raakt omdat iemand anders mij kwetst of pijn doet, en dat soort dingen, is altijd zondig. In Efeziërs 4:26 wordt verder gesproken dat wanneer men wel op deze wijze zondigt door toornig te worden, dan moet men ervoor zorgen dat dit niet langer duurt dan tot de zon ondergaat; m.a.w. men mag er geen nachtje over slapen. God weet dat veel gelovigen geen overwinningsleven hebben over toorn, omdat zij niet met hart en ziel de wil hiervoor hebben. Wanneer zij hartgrondig toorn of boosheid uit hun leven willen uitbannen, dan zullen zij overwinnen over zondige toorn of boosheid. Omdat God weet dat er velen zijn die niet voor het beste van God kiezen, biedt Hij een tweede mogelijkheid tot hun redding aan en zegt daarom: " Zorg ervoor dat u uw boosheid voor het einde van de dag weer kwijt bent " (HB).
In die dagen was de dag verdeeld in twee gedeelten, dag en nacht, op een andere manier dan nu het geval is. Dag was van 6 uur 's morgens tot 6 uur 's avonds of wanneer de zon onderging en nacht was vanaf 6 uur 's avonds of zonsondergang tot 6 uur 's morgens of zonsopkomst de volgende morgen. Wanneer hier dus staat dat men de zon niet onder moet laten gaan over uw boosheid, dan houdt dat in principe in dat men niet met de boosheid of toorn in het hart moet gaan slapen, maar eerst het probleem moet oplossen. Hoe oplettend is een mens op het poetsen van de tanden voor het slapen gaan, zodat voedselresten het gebit gedurende de nacht niet kunnen bederven. Hoe voorzichtiger moeten wij dan wel niet zijn met overgebleven bitterheid en toorn in ons hart, zonder dat dit is gereinigd voordat wij gaan slapen? Dit betekent dat een man en vrouw, zelfs bij een onenigheid of spanning die gedurende de dag tussen de twee is ontstaan, dit bijgelegd moeten hebben voordat zij naar bed gaan.
Slechts weinig, ja heel weinig gelovigen, en in het bijzonder echtparen, geven gehoor aan deze opdracht. Wordt u wel eens driftig, wordt u wel eens boos? Probeer dit te overwinnen. Maar totdat u in overwinning hierover kunt leven, zorg dan in ieder geval voor één ding: Leg uw meningsverschil bij voordat u gaat slapen. Dat is in ieder geval het minste wat u moet doen. Ga niet verder dan dit. Wat kunnen wij dan zeggen over de vele gelovigen die dagen, maanden, zelfs jaren toorn, boosheid en bitterheid tegenover anderen in hun hart meedragen? Wij moeten hiervan vaststellen dat zij geen vrees voor God hebben; geen respect voor Gods Woord. Wanneer u het toestaat dat toorn in uw hart blijft " Dan geeft u de duivel een mogelijkheid; als het ware een open deur " (Efeziërs 4:27). U geeft hem een vaste voet om uw leven kapot te maken, om u onder controle te kunnen houden en om verwarring in uw leven te kunnen veroorzaken.
Wanneer wij teruggaan naar het begin van de Bijbel, nadat Adam en Eva uit de hof van Eden waren verwijderd, kunnen wij lezen dat zij twee kinderen hadden. Er waren er waarschijnlijk meer, maar er worden er twee genoemd, namelijk Kaïn en Abel. Zij brachten beiden een offer aan God. Abel offerde een lam en Kaïn offerde van de opbrengst van het land. De HEERE nam Abel en zijn offer aan (Genesis 4:4 ), maar Kaïn en zijn offer niet. Hier kunnen wij over de eerste zonde lezen nadat de mens de hof van Eden had verlaten. Het leidt geen twijfel dat Adam en anderen daarvoor al veel zondige dingen deden, maar de eerste zonde waar de Bijbel over spreekt, nadat de mens de hof van Eden verlaten had, was toorn. Kaïn werd erg boos en zijn gezicht stond bij wijze van spreken op onweer. U weet vast wel dat boosheid van iemands gezicht is af te lezen. Dat is niet te verbergen. God heeft ons gezicht zodanig gemaakt dat, wanneer u boos bent, iedereen dat kan zien.
En de HEERE zei tegen Kaïn: 'Waarom ben jij boos? Waarom heb jij zo'n uitdrukking op jouw gezicht? Wanneer jij goed doet en jouw intenties goed zijn, denk je dan niet dat jouw gezicht zal opklaren - dat jij dan blij bent en niet toornig"? Maar Kaïn wilde niet luisteren. Omdat Kaïn niet wilde luisteren toen God hem hiertoe opriep en waarschuwde, werd hij een moordenaar. De HEERE zei tegen hem: "De zonde ligt op de loer, klaar om je leven te vernietigen. Als je wilt, kun je hem echter overwinnen ". (Genesis 4:7 HB). Dit is de eerste keer in de Bijbel waar God zelf overwinning over zonde verkondigt! God predikte zelf de eerste boodschap over overwinning over de zonde. De zonde verlangt naar u, maar u moet zonde niet willen en zonde de baas zijn. Hieruit zien wij het belang dat zelfs vandaag de dag, zodra God boosheid in ons leven openbaart, wij door de hulp van de Heilige Geest ermee moeten afrekenen. Kaïn luisterde niet. Wanneer u niet luistert dan groeit zonde als een kankergezwel. Wanneer u het niet weg snijdt, dan wordt het alleen maar erger. Ten slotte werd het zo ernstig dat Kaïn zijn broer doodde.
Hieruit kunnen wij ook opmaken dat toorn ontstond uit jaloezie. Hier zien wij Kaïn. Hij zag hoe God Abel en zijn offer zegende en Kaïn kon dat niet verdragen, in het bijzonder omdat Abel ook nog jonger was dan hijzelf. Bent u jaloers op iemand? Iemand jonger dan u? Iemand die door de Here rijkelijk gezegend is? Wat is uw houding ten opzichte van hem of haar? Bent u blij voor hem of haar zoals het hoort te zijn, wanneer u een deel bent hetzelfde 'lichaam', of bent u jaloers dat God hem gebruikt en u niet? Wanneer dat zo is dan bent u boosaardig/slecht. Dat is een vorm van jaloersheid die leidt tot toorn, waarvan u de uitkomst niet kent. Wij kunnen over een ander voorbeeld lezen in 1 Samuel 18. Het was in de periode dat David Goliath verslagen had en alle vrouwen uit de stad hem zingend en dansend tegemoet kwamen met de woorden: " Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden "! (1 Samuel 18:7). Net zoals over Kaïn gezegd werd, wordt er gezegd van Saul, een man die door God was uitverkoren om koning te zijn, dat hij erg boos werd en een boze geest bezit van hem nam, omdat hij toestond dat hij de boosheid over zijn grens liet gaan. Hij was toornig vanwege jaloezie. Hij zei: " Ze hebben er aan David tienduizend gegeven, maar mij hebben ze er maar duizend gegeven " (1 Samuel 18:10). ' En het gebeurde de volgende dag dat een boze geest weer bezit van Saul nam '. Het is gevaarlijk om toorn te laten voortduren. Het kan zelfs leiden tot een boze geest die uw leven gaat beheersen. Dat is wat wij hier zien gebeuren. Het werd zo erg dat Saul een speer pakte en probeerde om David te doden. Boosheid/toorn kan leiden tot moord. Natuurlijk zien wij hier, in tegenstelling tot Abel, dat David aan de aanslag ontsnapt.
Jezus Christus is gekomen om ons te bevrijden van zonde. Zoek God met heel uw hart om helemaal, totaal vrij te worden van boosheid en toorn. Schreeuw het uit naar God, iedere keer dat u struikelt en valt. Ga naar God toe en zeg tegen Hem: "Here, ik heb gezondigd, bevrijd mij hier helemaal van". Neem het niet te licht op. Jezus kan u volledig van deze slechte gewoonte bevrijden