Wij willen in dit deel nog iets meer het verschil tussen religieus en geestelijk zijn uitdiepen.
Laten wij eerst eens uitleggen wat geestelijkheid inhoudt. In de Engelse taal staat hiervoor één enkel woord wat wij ook wel kennen als SPIRITUEEL, namelijk "SPIRITUAL". In het Nederlands wordt het woord "spiritueel" meestal in verband gebracht met het occulte, wat echter helemaal niet het geval is. Het begrip spiritueel of spiritualiteit gaat terug op het Latijnse woord "spiritualitas" en het Bijbelse roeach/pneuma. Het heeft de betekenis van "in beweging gezet worden", van "levend persoon zijn", en van "gedrevenheid". Bijbels gezien heeft het de betekenis van "gedreven worden door God". Christelijk spiritueel zijn staat voor een leven geleid door de Heilige Geest, in tegenstelling tot een leven dat zich verzet tegen deze invloed van de Geest en is dus uit het vlees.
Iemand kan religieus zijn, maar toch nog erg egoïstisch en ik-gericht en nog steeds denken in termen die tot zijn eigen voordeel zijn. Wanneer iemand geestelijk (christelijk spiritueel) wordt, dan kan hij of zij niet ik-gericht en egoïstisch zijn. Hij of zij denkt niet in termen van het voordeel dat hij of zij er uit kan krijgen, maar in termen van het voordeel voor God; hoe God hiermee of hierdoor geëerd wordt.
U kent het gebed wat Jezus aan Zijn discipelen leerde en ook wel bekent als "Het Gebed Des Heeren" - Onze Vader die in de hemelen is", gevolgd door zes verzoeken. De eerste drie van de verzoeken hebben echter betrekking op God - op Zijn Naam, Zijn Koninkrijk en Zijn wil. De volgende drie verzoeken hebben betrekking op onszelf - onze fysieke en materiële behoeftes - het dagelijkse brood, de noodzaak van vergeving - ons verleden "vergeef ons onze zonden zoals ook wij hen vergeven die ons iets hebben aangedaan" - en de bevrijding van zonden nu en in de toekomst. Let hier op dat Jezus Zijn discipelen leerde om in dit gebed Gods glorie, Naam, eer en Zijn wil op de eerste plaats te zetten en onze eigen behoeftes op de tweede plaats.
Wanneer u naar uw eigen gebedsleven kijkt, ik bedoel, de wijze waarop u tot God gebeden hebt, zelfs al was het maar een halve minuut of één zin of een lang gebed, waar hebt u dan in het laatste jaar voor gebeden? Wanneer u in gebed bent of een kort verzoek aan God hebt, wat vraagt u dan eigenlijk aan God? Wanneer u eerlijk bent dan zult u ontdekken hoeveel gebeden er gericht zijn op uzelf en uw gezin of familie. Dit geeft ook uw manier van leven aan - hoe u met uw geld om gaat, uw tijd en uw mogelijkheden. U zult erkennen dat het antwoord op deze vragen laat zien dat uw leven om uzelf en uw familie draait. En om uw geweten enigszins te sussen besteedt u wat tijd aan God, misschien op zondagmorgen, of op een woensdagavond. Dat geeft u het gevoel dat u geestelijk bent omdat u wat tijd aan God besteedt of omdat u, in uw eigen ogen, een oprecht leven leidt.
Oprechte geestelijkheid is echter heel wat meer dan de twee ontmoetingen in een week. In feite kan men geestelijk zijn zonder naar samenkomsten te gaan. Wanneer iemand bijvoorbeeld opgesloten zit in een gevangenis, in een ziekenhuis verblijft of ziek thuis is, dan is hij of zij niet in staat om naar een samenkomst te gaan. Hij of zij kan nog steeds geestelijk zijn terwijl u, die op zichzelf gericht is, niet geestelijk bent. Een religieus iemand verricht religieuze handelingen om zijn geweten te sussen, maar diep van binnen zit zijn eigenIK op de troon. Dat is de reden waarom Jezus zei: "U kunt mijn discipel niet zijn wanneer u niet
dagelijks uw kruis opneemt" - uw eigen ik verloochenen die op de troon zit (Lukas 9:23). Tenzij u uw eigen ik verloochent - uw eigen ik onttroont, uw eigen ik gedood wordt en Mij volgt, kunt u Mijn discipel niet zijn. Hij zei: "u moet dat elke dag doen".
Wij zien dus dat bij een religieus persoon zijn IK in zijn hart nog steeds op de troon zit en zijn gedrag zich uit in elk denkbare externe bezigheid. Hij kan naar elke samenkomst gaan, hij kan naar zes of zeven ontmoetingen per week gaan, hij kan zich bezig houden met evangelisatie. Hij kan zelfs een full time christelijk werker zijn die zijn baan heeft op gezegd, hij kan naar de uithoeken van deze aarde gaan om Gods Woord te verkondigen, maar nog steeds religieus zijn. Jezus zei op een keer tegen de Farizeeërs, de religieuze mensen uit Zijn tijd: "Jullie reizen en doorkruizen landen en zeeën, jullie reizen van hier naar daar om mensen te bekeren en wat hebben jullie bereikt? De opbrengst is mensen precies zoals jullie zelf zijn. Zij zijn het dubbele aantal kinderen van de hel geworden. Het zou in feite beter geweest zijn wanneer u hen alleen gelaten had, omdat u hen op uzelf hebt doen lijken -ik-gericht, denkend dat zij geestelijk zijn, terwijl zij religieus zijn. Met veel bekeerlingen is het tegenwoordig precies zo gesteld, omdat hen niet anders is geleerd.
Zelfs vandaag de dag is het in het christendom niet anders; mensen die bekeerd zijn tot een vorm van religiositeit. Zij zullen nooit geestelijk worden omdat en zolang hun IK op de troon zit. Zij hebben er nooit bij stil gestaan om elke dag het kruis op te nemen. Sta er voor uzelf eens even bij stil: "Heeft iemand u wel eens uitgelegd wat het betekent om ieder dagu zelf te verloochenen, om iedere dag het kruis op te nemen, zoals u kunt lezen in Lukas 9 vers 23?" Wat staat daar eigenlijk? Er staat: "Tenzij u dat ieder dag doet, kunt u Mijn discipel niet zijn, kunt u Mij niet volgen." Dat is onmogelijk. Jezus zegt dat ook in Lukas 14 vers 27.
Een religieus persoon denkt als volgt met andere woorden: Wanneer hij christen wordt dan is zijn denkproces als volgt: Wat kan ik van de Heere krijgen? Kan de Heere mij vergeving schenken voor mijn zonden? Ja? Dan wil ik dat graag. Kan de Heere mij genezen? Dat zou ik wel fijn vinden. Kan Hij mij de hemel schenken wanneer ik dood ga? Ja? Dan wil ik dat ook. Kan Hij mij zegenen? Dat wil ik. Kan Hij mij materialistisch zegenen? Jonge, dat wil ik ook wel. Kan Hij mij zalven zodat ik een krachtige en beroemde prediker kan worden die de wereld rond trekt en waarvan mooie foto's in christelijke tijdschriften staan. Dat zou ik ook wel erg fijn vinden.
Denkt u dat zo iemand geestelijk is? Hij kan wel praten over heel veel christelijke aangelegenheden, maar zijn uiteindelijke doel is om iets voor zichzelf te bemachtigen. Hij is op zoek naar zijn eigen naam en faam, zijn eigen voordeel, zijn eigen voorspoed, zijn eigen zegeningen, alles voor hem zelf. IK zit op de troon van zijn leven. Hij heeft wel iets van godsvrucht. Hij kan een full time christelijk werker zijn. Vandaag de dag doen veel christelijke full time werkers dit vaak voor hun eigen ego. Wanneer deze mensen werkzaam zouden zijn in een seculiere baan, dan zouden zij nog niet de helft verdienen als wat zij verdienen in het christelijke werk. Het bracht hun winst. Zij doen zaken met God. Jezus joeg in Zijn tijd zulke mensen uit de tempel. In Zijn tijd joeg Jezus mensen uit de tempel die hun eigen eer zochten, die kwamen om hun schapen en duiven als offer in de tempel te verkopen en die alleen maar oog hadden voor hun eigen belang, hun eigen winsten. Weet u hoeveel onopvallende religiositeit er tegenwoordig, verkapt als christelijk werk, in de wereld is? Hiervan is er heel veel .
Aan de andere kant denkt een geestelijk of spiritueel persoon niet wat hij of zij uit de Heere kan halen. Hij of zij denkt: "Wat kan ik de Heere geven"? Wat kan ik voor de Heere doen in dit ene aardse leven dat ik heb? Wat is het maximale wat Hij van mij kan krijgen? Als u eerlijk bent wanneer u deze tekst leest, vraag dan aan uzelf: "Wat is mijn houding ten opzichte van de Heere?" Denkt u constant: "Wat is het volgende wat ik er voor mijzelf of mijn gezin uit kan halen of is uw houding er één van: "Wat kan de Heere nog meer uit mij halen in dit aardse leven voordat ik het verlaat?" Wat kan ik nog meer voor Hem betekenen? Persoonlijk wil ik dat Hij alles van mij heeft, van top tot teen en wil ik mijn leven aan Hem ter beschikking stellen.
Er is een enorm verschil in houding tussen deze twee. Beiden kunnen naast elkaar in een kerk zitten en u bent niet in staat om de verschillen tussen de twee op te merken omdat het gaat om een hartsgesteldheid. Beiden kunnen er op uit gaan om te evangeliseren, beiden kunnen de Heere dienen en beiden kunnen offers brengen. En toch kan het onderliggende fundament totaal verschillend zijn. Weet u, het is het motief wat bepaald of iets geestelijk is, niet de werken.
Jezus ging naar de synagoge en de Farizeeërs deden dat ook. Denkt u dat zij beiden, op een gelijk niveau, acceptabel waren voor God? Jezus bestudeerde de Schriften en de Farizeeërs deden dat ook. Denkt u dat zij op een gelijk niveau werden geaccepteerd door de Vader? Jezus ging uit om te prediken, de Farizeeërs deden dat ook. De Farizeeërs waren full time werkers en Jezus was drie en een half jaar een full time werker. Denkt u dat zij aan elkaar gelijk waren? Er was een enorm verschil. Wij zien in feite een continu contrast tussen Jezus en de Farizeeërs. Het is het contrast tussen geestelijkheid en religiositeit. Het is leven volgens de Geest van het Nieuwe Testament, de nieuwe overeenkomst die God met de mens gemaakt heeft en een leven volgens de letter van de wet - het Oude Verbond. Er is een enorm verschil tussen deze twee.
Toen Adam gezondigd had, weet u wat hij daarna deed? Hij bedekte zich met vijgenbladeren. Vijgenbladeren zijn het beeld van religiositeit waarmee de mens zich presentabel voor God en voor de mens wil maken. Weet u wat Jezus deed toen Hij een vijgenboon vol met bladeren zag? Hij was op zoek naar fruit aan de vijgenboom; Hij vond alleen maar bladeren. Hij vervloekte de boom daarom en de hele boom verdorde. Dat leert ons dat er een vloek rust op religiositeit. Vijgenbomen zijn niet alleen voor het blad geschapen. Zo heeft ook God de mens niet geschapen om alleen maar religieus te zijn. Ja, er zijn allerhande religieuze activiteiten, maar wanneer er geen geestelijk leven aan ten grondslag ligt, dan is God niet geïnteresseerd. Dan rust er een vloek op.
Wat gaf God uiteindelijk aan Adam? God nam de vijgenbladeren van hem af en gaf hem een kledingstuk voor zijn lichaam; God dode een dier en kleedde Adam met de huid er van. Dat is het beeld van God die ons kleedt met Zijn natuur, Zijn karakter. Het vijgenblad als bedekking was door Adam zelf gemaakt; hij verbond de bladeren met elkaar en maakte er een kledingstuk van om zichzelf te bedekken. Toen God dit zag wilde Hij dat niet. Het mochten dan goede vijgenbladeren zijn geweest, niet verrot of zo, maar het was niet acceptabel. God zei, "ik geef jouw een gewaad om jezelf mee te kleden."
God geeft aan ons (kleedt ons met) het karakter van Christus . Dat is wat de betekenis is van de huid van het dier. Wij kunnen ons nu gaan afvragen waarom God de mens 1500 jaar
lang onder de wet gehouden heeft? - Om de mens de leegheid er van te laten zien. Het is nooit Zijn bedoeling geweest om de mens onder De Wet te laten leven. God heeft de mens onder de wet gesteld om te laten zien dat dit niet de manier is. "Jullie zullen op die wijze nooit deel hebben aan Mijn karakter". Hij wilde de mens aan het einde van zijn ZELF brengen
- aan het eind van hun ik-gerichtheid - en dat is wat de wet moest bewerken. Die mensen die aan het eind van hun ZELF kwamen, die begonnen God te zoeken. Voor hen is God bij machte om Zijn karakter aan hen te geven en dat betekent, de vijgenbladeren van religiositeit weggooien en ons kleden met het karakter van Jezus Christus.
Het karakter van Jezus Christus betekent dat wij God dienen met dezelfde Geest waarmee Christus de Vader diende. Niet als een werknemer, als een bediende, maar als een Zoon. Geliefde vrienden, God heeft jullie niet geroepen om zijn werknemer, dienstknecht, of dienaar te zijn, maar om Zijn zoon te zijn en Hem te dienen met de Geest van Zijn Zoon.