61 Egoïsme

Speaker :   Zac Poonen Categories: :   Uncategorized

Transcript of 61 Selfishness

Wij willen ons nog een keer verdiepen in zonde en de ernst ervan. Zonde is ernstiger dan ziekte, erger dan kanker, tbc, lepra, ja erger dan alle ziektes tezamen. Wanneer dat éénmaal tot u doordringt, dan krijgt u een groot verlangen om vrij te zijn van alle zonden.

In deze studie willen wij kijken naar een passage uit Lukas 10. Jezus vertelt hier het verhaal van een man die, terwijl hij op reis was, mishandeld werd door dieven en halfdood aan de kant van de weg werd achtergelaten. Twee religieuze mensen - een priester en een Leviet en assistent of leerling van de priester passeerden de gewonde man die aan de kant van de weg lag. Zij liepen aan de overkant van de weg aan de gewonde voorbij en lieten hem daar liggen. Zij vervolgden hun weg om in de tempel verder te gaan met hun religieuze werkzaamheden! Daarna kwam er een andere man, een Samaritaan, op de plaats van de gewonde man. Hij was geen priester of wat voor religieus iemand dan ook. Hij was een alledaags persoon, een gewone zondaar, maar hij had wel compassie voor deze arme man die daar halfdood op de grond lag. Hij zette hem overeind, verbond zijn wonden en zorgde voor de gewonde man. Hij betaalde zelfs de kosten om hem te laten overnachten in een herberg. De Samaritaan zei tegen de herbergier: "Zorg goed voor hem en ik zal u alles terugbetalen wat u extra aan hem besteden moet". Jezus vroeg daarop aan de omstanders: " Wat denkt u? Wie van deze drie was de medemens van het slachtoffer van de roofoverval"? (Lukas 10:36). Het antwoord was vanzelfsprekend.

Religieuze mensen kunnen soms heel, ja heel erg egoïstisch zijn. Jezus sprak hier over een zonde die ook niet genoemd wordt in de tien geboden. Het is de zonde van egoïsme, van ik-gerichtheid. In de laatste twee delen hebben wij gekeken naar zonden waar Jezus de meeste afkeer van heeft. Wat zijn, nogmaals, de zonden die Jezus het meest haat? De eerste is huichelarij, daarna hoogmoed en hier zien wij de volgende, namelijk egoïsme - alleen aan onszelf denken. Weet u, wij kunnen heel religieus zijn; religieus genoeg om een priester, bisschop of zelfs een aartsbisschop te kunnen zijn en toch heel egoïstisch van karakter zijn. De priester in de gelijkenis, die wordt geacht om God te vertegenwoordigen, was alleen maar geïnteresseerd in zijn religieuze ceremonies en praktijken, maar niet in het helpen van iemand die in de problemen zat. Wanneer dat onze levenswijze is, dan heeft dat niet Gods goedkeuring. Wij kunnen aan de buitenkant op veel terreinen heel rechtschapen zijn. Wij kunnen denken dat God erg tevreden en blij met ons is, omdat wij, zichtbaar voor de medemens ons zo correct gedragen, dat wij daardoor een goede getuigenis afgeven en de zichtbare rituelen die bij onze religie horen heel correct toepassen. Misschien bent u zelfs een oudste of een voorganger in de lokale gemeente of iets vergelijkbaars en er egoïsme in uw leven is, dan wil ik tegen u zeggen dat Jezus egoïsme haat. Hij haat een leven dat alleen maar op zichzelf gericht is.

Wij worden allemaal geboren met een egoïstisch karakter. Wij worden niet geboren waarbij wij van nature aan anderen denken. Denk maar eens aan de kleine kinderen die in onze gezinnen opgroeien. Zij gaan er niet automatisch van uit dat zij hun speelgoed met anderen moeten delen. Dat moeten wij hen leren. Van nature zijn zij egoïstisch; zij zullen vechten voor het beste speelgoed, het grootste speelgoed, het grootste stuk gebak, enz. Dat is hun karakter; hun natuur. Wanneer wij opgroeien, dan vechten wij niet meer op een dergelijke onbehouwen manier (voor het grootste stuk gebak), maar wij willen het nog steeds graag hebben. Innerlijk zijn wij niet veranderd. Ons egoïsme is nu wat meer subtiel geworden. Uiteraard ziet de buitenwereld dit niet, doordat wij hier op een handige manier mee omgaan.

Dus, wanneer wij egoïsme als een zonde zien die net zo erg is als de zonde van huichelarij en hoogmoed, dan kunnen wij ons indenken waarom Jezus gekomen is om ons van onze zonden te bevrijden. Wanneer Jezus ons niet kan bevrijden van ons egoïsme, wat voor redder is Hij dan? Ons alleen bevrijden van gokverslaving en dronkenschap is niet zo bijzonder, of wel soms? De reden waarom dit niet zo bijzonder is, is dat veel wereldse mensen, zonder dat zij Christus kennen, ook niet gok- of alcoholverslaafd zijn. Wat bewijst dit dan? Veel christenen roemen over het feit dat zij geen zondige externe (zichtbaar voor de buitenwereld) dingen doen. Daartegenover kan ik u wereldse mensen laten zien die deze zonden ook niet doen, terwijl Christus geen deel uitmaakt van hun leven. Dus, wat is dan het soort redding dat deze Christenen ervaren?

Dat is de reden waarom wij deze zonde moeten zien op de wijze zoals Jezus het omschrijft, niet alleen aan de buitenkant, maar in eerste instantie als zonde vanuit ons hart; vanuit ons binnenste net zoals huichelarij, zoals wij dat als eerste gezien hebben, daarna hoogmoed en zoals hier omschreven is, egoïsme. Wat inhoudt dat u iemand ziet die in nood is en u zich er niet om bekommert. U denkt dan alleen maar aan uzelf en uw gezin, uw familie. Het kan zijn met betrekking tot redding: 'Ik ben gered, mijn gezin is gered; ik maak mij geen gedachten over anderen of zij gered zijn of niet'. Zij zijn nooit bezig om tegenover anderen een getuige van Christus te zijn. Denk er eens over na mijn vriend, u die wederom geboren bent, u weet toch dat er buiten Jezus Christus geen weg is die naar redding leidt. U weet toch dat er geen toegang is tot Gods koninkrijk, behalve door berouw, bekering en geloof in Jezus Christus. U weet toch dat geboren zijn in een christelijk gezin, dit niet automatisch toegang geeft tot Gods koninkrijk. U moet zich bekeren en Christus aannemen als uw Heer en Verlosser. U bent misschien gered en ook uw gezinsleden, maar bent u ook begaan met de mensen om u heen? Ik bedoel hier niet de mensen die 10000 km bij u vandaan wonen, mensen die u nooit zult tegenkomen, maar ik spreek hier over mensen waar u mee samenwerkt, uw buren, uw familieleden, mensen die u regelmatig ontmoet, en die op weg zijn naar de hel. Bent u met hen begaan? Of bent u egoïstisch?

Egoïsme is een zonde - alleen maar aan jezelf denken. Er is hierbij iets fundamenteel fout. Wanneer ik beweer dat ik deelgenoot ben van Gods karakter en nog steeds egoïstisch, dan misleid ik mijzelf, omdat het karakter van God totaal on-egoïstisch is. Waarom kwam Jezus naar de aarde? Wat hebben wij gezien in het leven van Jezus? Hij was nooit in zichzelf geïnteresseerd. Hij kwam volledig omwille van anderen. De reden waarom zo velen van ons christenen geestelijk arm zijn en niet gezegend zijn door God, zoals wij dat zouden kunnen zijn, is dat deze zonde aan ons kleeft. Jezus sprak inHandelingen 20:35 op een keer de woorden " dat geven beter is dan ontvangen". Dit zijn woorden die door Jezus gesproken zijn, zij komen niet voor in de evangeliën, maar Paulus omschreef het als: " Denk maar eens aan de woorden van de Here Jezus. Hij zei dat geven beter is dan ontvangen " (HB). Iemand die in zijn gedachten altijd bezig is met ontvangen is een egoïst.

Iemand die eraan denkt om te geven is begaan met anderen. Wat geeft hij of zij dan? Zij geven van wat zijzelf ontvangen hebben geven het aan iemand die in nood is. Het kunnen materiële dingen zijn maar ook geestelijke. Stel dat ik van God iets geestelijks ontvangen heb wat mijn leven radicaal veranderd heeft, dan heb ik een schuld open staan tegenover ieder andere persoon . Ik moet aan hen geven wat zij nog niet hebben.

Laten wij eens kijken naar een ander voorbeeld wat Jezus gegeven heeft in Lukas 16:19-31, namelijk de rijke man en de bedelaar Lazarus. Er was een rijk man die overvloed had aan alles, die zich koninklijk kleedde en een luxueus leven leidde. Bij de poort van de stad was zijn broer Lazarus. Hij wordt als broer omschreven, omdat iedere jood een kind is van Abraham. Iets verderop, in vers 24, kunnen wij lezen dat, na zijn dood, de rijke man zei, "Vader Abraham". Hij was een afstammeling van Abraham, net als Lazarus. In dat opzicht was Lazarus zijn broer, maar dat interesseerde hem niets. Hij passeerde hem heel vaak bij de poort en zag dat de honden de zweren van Lazarus aflikten en hem nooit een klein beetje geholpen heeft, net als bij de priester en de Leviet. Uiteindelijk stierven ze allebei en Jezus zei dat de rijke man naar de hel was gegaan. Waarom ging hij naar de hel? Misschien betaalde hij op tijd zijn tienden en toch ging hij naar de hel. Misschien waren de grote religieuze leiders uit zijn tijd - de priesters en bisschoppen - naar zijn begrafenis gekomen en hebben gezegd wat een groot mens hij geweest was, maar de man zelf ging naar de hel en Lazarus ging naar de hemel.

Waarom ging de rijke man eigenlijk naar de hel? Omdat hij geen geloof had. Hoe weet ik dat hij geen geloof had?Jakobus 2:14 zegt: " Wanneer u gelooft, dan blijkt dat uit uw daden". Verder zegt Jakobus in vers 15 en 16: " Als er nu een broeder of zuster zonder kleding zou zijn en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel, en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word warm en word verzadigd, en u zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft dat dan" ? Dat soort geloof is dood (Jakobus 2:17). Het is geen levend geloof.

Redding is door geloof en dat is wat de rijke man niet had. Het bewijs ervan is dat er geen werken uit geloof waren. Er was geen belangstelling voor anderen. Hij dacht dat wat God hem gegeven had, zijn eigendom was. Het was echter niet van hemzelf. God had hem de rijkdom gegeven zodat hij anderen, die hulp nodig hadden, kon helpen. Weet u dat alles wat wij bezitten, door God aan ons gegeven is? Het is aan ons gegeven om te laten zien of wij het met anderen delen of dat wij ons eigen ik er alleen maar mee bevredigen. Hetzelfde geldt voor het geestelijke. Voor wat God mij geestelijk gegeven heeft, heb ik een schuld ten opzichte van de wereld, om het met hen te delen, op zijn minst daar waar het gaat om mijn eigen leefomgeving. Zoals ik eerder zei, sprak Jezus de woorden: 'Het is beter om te geven, dan om te ontvangen'. Ik heb iets van God ontvangen dat goed is, ik ben gezegend. Maar Jezus zegt dat ik gezegender zal zijn wanneer ik iemand anders geef van dat wat ik ontvangen heb. Wanneer ik aan iemand anders de boodschap doorgeef wat mijn leven gered heeft, waardoor mijn zonden vergeven zijn, dat mij in een leven van overwinning gebracht heeft, dan zal ik een nog grotere zegen ervaren.

Wanneer u dus een grotere zegen wilt ontvangen, dan wil ik u aanmoedigen om op de volgende woorden van Jezus acht te slaan: " Het is gezegender om te geven dan om te ontvangen", omdat wanneer u deze woorden opvolgt, u iets zult ervaren dat u tot nu in uw leven nog niet meegemaakt hebt namelijk: " De zegeningen die komen door te geven". De Bijbel zegt: " Een weldoener … die zijn gaven over anderen uitgiet, zal van het goede worden voorzien ". Laten wij daarom leren om, net als Jezus, deze zonde van egoïsme te haten en een leven van overvloed kunnen ervaren.

(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
7 Bekering
Zac Poonen
(Now Playing)
8 Geloof
Zac Poonen
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
17 Dode werken
Zac Poonen
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
21 Wet en genade
Zac Poonen
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
59 Huichelarij
Zac Poonen
(Now Playing)
(Now Playing)
62. Haat
Zac Poonen
(Now Playing)
63 Ongeloof
Zac Poonen
(Now Playing)
65 Liegen
Zac Poonen
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)