God staat het toe dat satan Zijn kinderen op verschillende manieren lastig valt en moeilijkheden veroorzaakt. Waarom denkt u dat God dat toestaat? God is wijs en heeft alle macht en Hij kan satan in een ogenblik vernietigen wanneer Hij dat wil. Hij doet dit niet omdat Hij hier iets positiefs mee wil bereiken. Dat is de reden waarom God toestaat dat satan blijft bestaan. Neem vuur bijvoorbeeld, dat kan gevaarlijk zijn, maar het zuivert ook goud. Op dezelfde wijze kan God beproevingen, veroordelingen en onderdrukkingen, die satan over Zijn kinderen uitstrooit, gebruiken om hen te zuiveren zoals men goud zuivert. Wij moeten echter op de juiste wijze op deze beproevingen en verleidingen reageren.
De juiste wijze om hierop te reageren - daarvoor is geloof een alles bepalende noodzaak - is door de geest van lofprijzing: "Heere ik wil hierover niet klagen. Ik lijd hieronder, misschien ga ik door een moeilijke periode, maar ik zal mijn geloof hierdoor niet kwijtraken. God zit op de troon en de duivel is verslagen aan het kruis. Mijn zonden zijn vergeven. Mijn verleden is uitgewist. Ik ben op weg naar de hemel. Jezus is mijn Heer, mijn hemelse Bruidegom en God doet voor mij alles meewerken ten goede." En dan, wanneer wij in iedere omstandigheid in de geest van dankzegging en lofprijzing blijven, weet u wat er dan gebeurt?
Als antwoord daarop laat ik u een prachtig vers zien uit Psalm 50. In Psalm 50:23 lezen wij, "Wie Mij eert en looft, brengt het ware offer. Zo vindt hij vanzelf de weg, aan het einde waarvan Ik hem Mijn redding zal tonen." De letterlijke vertaling van dit vers is dat iedereen die het offer van dankzegging brengt, God eert en door dat te doen maakt hij de weg vrij voor God om Gods redding en bevrijding te laten zien. Wat betekent dit nu? Dit betekent dat wanneer u op dit moment in een beklemmende situatie zit en u werkelijk wilt dat God u hieruit bevrijdt, u voor God een weg mogelijk maakt die deze uitredding kan bewerkstelligen. God zal uitredding schenken, maar Hij kan dat niet doen tenzij u de weg daartoe voor Hem bereid, en dat is de weg van lofprijs en aanbidding van de Heere.
Dat is wat hier wordt verwoord: "Hij die, in iedere omstandigheid, het offer brengt van lofprijs en dankzegging maakt de weg vrij voor God om hem uit de bewuste situatie te bevrijden". Dit houdt in dat er veel omstandigheden zijn waaruit wij bevrijd hadden kunnen worden, wanneer wij God geloofd, geprezen en gedankt hebben in plaats van klagen tegenover mensen en richting de duivel, omdat lofprijs en dankzegging het bewijs is van geloof . Zij geloofden in Zijn woorden, zij zongen lofliederen voor Hem. Wanneer u God niet looft en prijst dan kan Hij niets voor u doen, omdat u niet met hart en ziel in Hem gelooft. "Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen" kunnen wij lezen in de Hebreeën brief. Maar in geloof kunnen wij de muilen van leeuwen sluiten, kunt u vijanden op de vlucht jagen en deuren van gevangenissen openen. In geloof hebben mensen hun dode kinderen weer levend zien worden. Geloof is een enorme kracht en geloof wordt gemanifesteerd door lofprijs, aanbidding en dankzegging.
Gebed alleen kan ons niet uit een bepaalde situatie redden. Het is goed om te bidden wanneer u in een benarde positie zit, maar in aanvulling op gebed moeten wij leren hoe wij moeten lofprijzen. Met andere woorden, wij moeten blijven bidden tot het moment waarop het, in een bepaalde situatie, niet meer noodzakelijk is om te bidden. Wij hebben hiervan de zekerheid in ons hart, de Heilige Geest getuigt ons hiervan in ons hart, God heeft ons gebed gehoord en wat dan, wat doet u daarna? Stelt u zich voor dat u om iets vraagt en na een poos hoort u het getuigenis in uw geest dat het is verhoord, wat moet u dan doen? Dan looft en prijst u God, u dankt Hem. Dan is geloof geboren en geloven wij dat wij het hebben ontvangen, zoals Jezus
het verwoordde, "…geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen". In het begin zult u dat nog niet kunnen, maar wanneer u doorgaat met uw gebed, komt u op een punt waar u gelooft dat u zult ontvangen. Zelfs wanneer het antwoord nog niet is gekomen, wij nog geen zicht hebt op het antwoord, maar God loven en prijzen, dan zullen wij ontvangen waar wij voor gebeden hebben. Wanneer dat moment gekomen is dan stoppen wij met bidden en beginnen met God te aanbidden. Dat is het bewijs van ons geloof en dan, door deze aanbidding, bereiden wij de weg voor God om ons Zijn uitredding te laten zien.
Hiervan is er een prachtig voorbeeld in het oude testament, in 2 Kronieken 20. Het is jammer dat sommige gelovigen het oude testament zo weinig lezen, in het bijzonder de beide boeken Kronieken. Zij zijn er daardoor niet zo bekent mee. Hierin staat het verhaal hoe een grote menigte van vijanden koning Josafat omsingeld had. Toen koning Josafat door zo een grote menigte van vijanden omsingeld was, riep hij het hele volk van Juda op om God te zoeken in vasten en bidden. Dat was uiteraard juist om te doen.
Zij richtten hun gebeden tot God en in hun gebeden erkenden zij drie dingen. Weet u wat zij tegenover God toegaven? Zij gaven blijk van hun hulpeloosheid, zij erkenden hun dwaasheid en zij getuigden van hun geloof (2 Kronieken 20:12). Dit zijn nu de drie dingen die ook wij moeten erkennen. Het is niet moeilijk om onze hulpeloosheid en dwaasheid toe te geven door te zeggen: "Heere, ik heb niet de kracht in deze situatie en ik weet niet wat ik moet doen". Dat kunnen wij in iedere situatie zeggen, maar er zal niets gebeuren wanneer wij het daarbij laten. Hierna moet u doorgaan door uit te spreken, "Heere, ik geloof dat U mij antwoord zult geven".
Let even op het gebed in 2 Kronieken 20:6-12 dat Josafat tot de Heere deed opstijgen. Hierin kunt u een patroon ontdekken, iets wat wij van Josafat kunnen leren. Let vooral op de zeven punten waarvoor hij bad. In de eerste plaats prees hij God voor Zijn soevereiniteit (vers 6). Hij zegt, "U bent de Heerser over alle koninkrijken van de heidenvolken. In Uw hand is kracht en sterkte, zodat niemand tegen U kan standhouden." Weet u, wanneer u tot God bidt, dan is het goed om uzelf in de eerste plaats te herinneren aan Gods soevereiniteit. Jezus sprak de volgende woorden: "Onze Vader" en vervolgens " die in de hemel is". Dit betekent Hij die de soevereine Heerser is vanuit de hemel.
Het tweede waar Josafat God en zichzelf aan herinnerde was wat God in de voorbije dagen had gedaan. "O, onze God, hebt U de heidenen die in dit land woonden, niet verdreven toen Uw volk hier aankwam? En hebt U dit land niet voor altijd aan de nakomelingen van Uw vriend Abraham gegeven?" (vers 7). Ziet u dat, wanneer wij onszelf herinneren wat God voor ons in het verleden heeft gedaan, dat dit ons geloof versterkt. Weet u, u kunt zich soms in een problematische omstandigheid bevinden en het gevoel hebben dat er geen uitweg is. Waarom kijkt u dan niet terug op uw leven, en denk hierbij eens aan de vele, vele gebeurtenissen in uw leven waarvan u dacht dat er geen uitweg was, maar waar God u uit de situatie heeft gered. Dit versterkt uw geloof in uw hart.
Ten derde kunnen wij lezen dat Josafat God herinnerde aan Zijn belofte in Zijn woord. Hij zei, "Als ons enig onheil overkomt, het zwaard van het gericht, de pest of een hongersnood, zullen wij voor dit huis en voor Uw aangezicht staan, omdat Uw Naam in dit huis is. Wij zullen uit onze benauwdheid tot U roepen en U zult verhoren en verlossen."
Het is goed om in een benarde situatie ook dát te hebben - een belofte uit Zijn woord. Het kan een simpele belofte zijn zoals wij kunnen vinden in Psalm 50, waar in vers 15 staat: " Roep Mij aan in de dag van benauwdheid; Ik zal u eruit helpen en u zult Mij eren ". Spreek uit: "Heere U
hebt dat beloofd ". Doe dat nu, want het is goed om de beloftes in de Bijbel te kennen. Het is goed om Gods beloftes uit Zijn woord te memoriseren, zodat u ze in uw gebed kunt verwoorden. Het versterkt uw geloof, het is brandstof voor uw geloof. Weet u, het is alsof u benzine op een vuur gooit, waardoor het feller gaat branden. Wanneer u zich geen enkele belofte eigen maakt, dan zal het vuur op een laag pitje staan.
Als punt vier zien wij in vers 11 dat hij God herinnerde aan hun erfenis: "Uw bezit dat U ons in bezit hebt gegeven." Wij zijn niet als andere mensen in de wereld. Wij zijn Zijn erfenis, Hij heeft ons gekocht. Dat is het vierde wat ook wij tegen God kunnen zeggen. "Heere U hebt ons gekocht op Golgotha; met het bloed van Jezus heeft U mij gekocht. Ik ben Gods erfdeel". U bent Gods erfdeel, gekocht met het bloed van Jezus aan het kruis.
In de vijfde plaats zegt hij tegen God wat wij eerder al zagen: "Heere wij zijn krachteloos en wij zijn zwak" (vers 12). Dit is een punt wat wij ook moeten erkennen. Soms denken wij dat wij erg sterk zijn, maar in wezen zijn wij heel zwak. Het is goed voor ons om dat toe te geven door uit te spreken, "Heere ik ben zwak; ik kan deze situatie niet aan, het is te veel voor mij. En dan, in hetzelfde vers 12 zegt Josafat: " Heere, ik ben niet alleen zwak, maar ik heb ook niet de wijsheid voor wat te doen in deze situatie ". Het is ook goed om te erkennen dat wij niet de wijsheid hebben, in plaats van te denken dat wij slim en capabel genoeg zijn en zeg daarom, "Heere ik bezit geen wijsheid". De Bijbel zegt in Jakobus 1 vers 5: " als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden ". U moet echter nederig kunnen zijn door uit te spreken: "Heere ik weet niet hoe ik met deze situatie moet omgaan". Tot slot als punt zeven (dit is waar u mee moet eindigen) zegt hij, "Wij weten niet wat wij moeten doen, maar onze ogen zijn op U gericht".
Laat mij alle zeven punten nog een keer aanhalen. Ten eerste prees hij God voor Zijn soevereiniteit (vers 6). Ten tweede herinnerde hij zich er aan wat God in het verleden had gedaan (vers 7). Ten derde herinnert hij God aan zijn belofte (vers 9). Ten vierde herinnerde hij God aan Zijn erfenis (vers 11) en in vers 12 herinnerd hij God aan drie dingen namelijk, één: dat wij geen kracht hebben om het zelf op te lossen, twee: dat wij niet de wijsheid hebben, drie: dat wij op God vertrouwen, dat wij totaal op Hem vertrouwen.
In het verloop van het hoofdstuk (neem even de tijd om het door te lezen) zien wij dat de vijanden grondig verslagen werden. Toen ging hij heen om God te loven en te prijzen. Zij namen geen wapens met zich mee, geen pijlen en bogen. Zij gingen alleen uit om God te loven. Josafat geloofde God en zond een koor om God te loven en te prijzen. In vers 22 kunnen wij lezen: " Juist op de tijd dat zij met gejuich en lofzang begonnen", precies zoals wij konden zien in Psalm 50:23, " Wie Mij eert en looft, brengt het ware offer. Zo vindt hij vanzelf de weg, aan het einde waarvan Ik hem mijn redding zal tonen ". Wij lezen verder in het hoofdstuk dat niet alleen de vijanden werden verslagen, maar Israël werd rijk door hun vijanden. Dat is het geheim. In welke situatie u zich ook bevindt, leer God te loven en te prijzen op het fundament van de voorgaande zeven principes en u zult open deuren tegenkomen waardoor u uw vrijheid kunt binnen gaan.