17 Dode werken

Speaker :   Zac Poonen Categories: :   Uncategorized

Transcript of 17 Dead Works

Wij gaan verder met de studie over het verschil tussen religieus en geestelijk zijn, waarbij wij

vanaf dit gedeelte speciaal gaan kijken naar het onderwerp "dode werken".

In het Nieuwe Testament wordt in Galaten 5:19 en verder gesproken over werken van het vlees en wij zijn allemaal bekent met wat die werken zijn, namelijk o.a. overspel, onreinheid, afgoderij, toverij, ruzie, egoïsme, jaloersheid, zwelgpartijen, en veel meer dingen zoals deze in de verzen 19 tot 21 omschreven staan. Wij begrijpen dat een oprecht christen zich nooit met deze dingen kan inlaten. Deze staan bekent als zonden - deze werken zijn zo overduidelijk zondig, dat het voor een gelovige moeilijk is om die dingen te doen, zonder door zijn geweten hier diep over aangesproken te worden. Zij zijn dus zodanig niet gevaarlijk in de zin dat zij ons kunnen doen afdwalen. Uiteraard zijn ze boosaardig, maar het positieve er aan is dat wanneer wij in één of meerdere van deze zonden vervallen, wij er ons direct bewust van zijn, omdat ons geweten ons hierover onmiddellijk aanklaagt. Zelfs het geweten van een werelds en onbekeerd persoon zal hem of haar opmerkzaam maken over immorele en andere verkeerde dingen.

Dode werken zijn echter veel meer misleidend. Het Nieuwe Testament spreekt in Hebreeën 6:1 over dode werken. Er staat dat wij ons moeten bekeren van dode werken. In het Oude Testament is er niet zoiets als dode werken. Daar wordt alleen gesproken over goede werken of slechte werken: er is alleen goed en kwaad. Maar in het Nieuwe Testament wordt gesproken van goede werken, kwade (zondige) werken en dode werken. Goede werken zijn werken waar God plezier aan beleeft; kwade werken zijn de werken die genoemd worden inGalaten 5:19-21 en worden ook wel de werken van het vlees genaamd. Wat zijn dan dode werken?

Dode werken zijn werken die op het oog goed zijn, maar ontstaan vanuit een verkeerd motief. Daardoor zijn het in Gods ogen net als vuile vodden. Het is vergelijkbaar met iemand die volledig bedekt is met lepra en met zijn zieke hand u een prachtige, eerste kwaliteit, appel geeft. Wij weten dat lepra zeer besmettelijk is. De appel is in orde, maar is besmet met lepra, afkomstig van de hand van de met lepra besmette persoon. Het is hetzelfde wanneer men God iets aanbied dat besmet is vanuit verkeerde motieven. Dit kan een gebed zijn of het solo zingen van een lied in een christelijke samenkomst, waarbij men de eer voor zichzelf zoekt. Wat voor werk is dit nu? Een goede of een verkeerde? - Geen van beiden, het is een dood werk.

Het is belangrijk dat wij dit goed begrijpen. Het is onder gelovigen heel goed bekent dat: "het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, ons reinigt van alle zonde" (1 Johannes 1:7), maar het is minder bekend dat "het bloed van Christus, uw geweten moet reinigen van dode werken om de levende God te dienen" (Hebreeën 9:14). Dus, waar reinigt het bloed van Christus ons van? Niet alleen van zonde. Het moet ons ook reinigen van dode werken. Daarom is het heel erg belangrijk dat wij een helder beeld hebben van wat dode werken werkelijk zijn.

Laten wij eens kijken naar bepaalde werken die als dode werken aangemerkt kunnen worden. In de eerste plaats zijn het werken die men doet zonder blijdschap. Met andere woorden, dit zijn werken die gedaan worden vanuit een bepaalde dwang, uit noodzaak, uit angst voor straf wanneer men het niet doet, of iets dergelijks. U weet waarschijnlijk hoe u uw zoon zover kunt


krijgen om zijn huiswerk te maken terwijl hij buiten wil spelen. U dwingt hem om binnen te komen anders mag hij een week niet naar buiten wanneer hij niet luistert. Daarna zit hij aan tafel en maakt met een zuur gezicht zijn huiswerk. Hij doet dat zeker niet met plezier, maar hij doet het nu in ieder geval. Huiswerk maken is goed, maar hij doet dat nu onder dwang.

Hetzelfde komt voor met het geven van tienden; dit wordt vaak niet met blijdschap gedaan. Men doet het omdat een voorganger of pastor gezegd heeft dat wanneer zij dat niet doen, zij geen zegeningen kunnen verwachten. Dus geven zij tienden uit angst voor represailles van God.

Denkt u dat God geïnteresseerd is in al die psychologische technieken waardoor mensen gedwongen worden om hun geld te geven? Verre van dat! Dit zijn manipulatieve technieken onder christenen. De Bijbel zegt met betrekking tot geven:"God heeft een blijmoedige gever lief" (2 Korintiërs 9:7). God vraagt in alles blijdschap. De Bijbel zegt in een minder bekende tekst: "Gij komt hem tegemoet, die met vreugde gerechtigheid doet," (Jesaja 64:5) , niet alleen in het doen van gerechtigheid, maar die dat met vreugde doen. Laat ik een ander vers in de Bijbel laten zien waar God tegen de Israëlieten zegt waarom zij gestraft worden of waarom zij in de toekomst gestraft zullen worden. Mozes sprak tot het volk: "Omdat u de HEERE, uw God, niet gediend zult hebben met blijdschap en hartelijke vreugde, vanwege de overvloed van alles, zult u uw vijanden, …, dienen met honger en dorst, met naaktheid en gebrek aan alles" (Deuteronomium 28:47-48).

Waarom stuurde de Heere de Israëlieten, in het verleden, op verschillende momenten in slavernij? Omdat zij Hem niet met blijdschap dienden. Het Koninkrijk van God bestaat nietalleen uit rechtvaardigheid (Romeinen 14:17). Dit vers maakt het heel, heel duidelijk dat het Koninkrijk van God bestaat uit rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de Heilige Geest. Met andere woorden wanneer u alleen rechtvaardig bent (de toestand die voor God aanvaardbaar is) zonder de blijdschap door de heilige Geest, dan dient u niet werkelijk het Koninkrijk van God; dan vervult u alleen een zwakke wettische noodzaak. En daarvoor kunt u religieus zijn en hoeft u niet geestelijk te zijn. Een geestelijk persoon is iemand die dode werken bij hem zelf heeft ontdekt, zich hiervan bekeerd heeft en van wie zijn hart is gereinigd door het bloed van Christus. De enigen die vreugde en blijdschap in Gods hart kunnen geven zijn zij die, wat zij ook doen, dit doen met een hart vol blijdschap en vreugde.

Neem het geval van het geven van tienden, zoals wij dat hiervoor besproken hebben. Dit was een gebod binnen het Oude Verbond. In het Oude verbond moest men in feite boven op de tienden ook nog allerlei andere brandoffers en gaven geven. Uiteindelijk kwamen de gaven die aan God gegeven werden uit op ongeveer 15% in plaats van 10% van het inkomen. Maar het is heel opmerkelijk om te zien dat Jezus hier nooit opdracht voor gegeven heeft. Het enige moment waar Hij hier iets over zei was in Mattheüs 23, toen Hij tegen de Farizeeërs sprak. Dit was in een tijd toen de mensen nog steeds onder de wet stonden en waar Jezus zei: "u geeft akelig precies tien procent van uw inkomen aan God. Maar waar het op aankomt daar houdt u zich niet mee bezig". Voor de rest is het geen gebod dat Jezus gaf aan de mensen onder het Nieuwe Verbond. Dat is waarom na Handelingen 2 er geen enkele keer meer over tienden gesproken wordt. De enige plaats waar er naar gerefereerd wordt is in Hebreeën 7:2 waar gesproken wordt over Abraham die tienden en gaven schenkt aan Melchizedek.


Waarom is er in het Nieuwe Verbond geen sprake meer van een gebod om tienden te geven? Omdat in het Oude testament de hoeveelheid die men aan God gaf belangrijk was. In het Nieuwe Testament echter is de kwaliteit van wat men geeft belangrijk - Niet hoeveel men geeft,maar op welke wijze men geeft. U zult het verschil wel begrijpen tussen hoeveel en hoe. In het Oude testament gold de vraag hoeveel men gaf. Wanneer men niet de 10% gaf zoals de wet het voorschreef dan was men ongehoorzaam. In feite staat er in één van de laatste bladzijden van het Oude Testament: "U hebt Mij beroofd van de tienden en de gaven, die voor Mij waren bestemd… Breng het hele tiende deel naar de voorraadkamer, … dan zult u zien dat Ik de vensters van de hemel zal openen" (Maleachi 3:8-20). Zodra Maleachi echter voorbij is stopt het gebod van de verplichting tot het geven van de tienden.

Wanneer wij in het Nieuwe testament aankomen, dan kunnen wij in2 Korintiërs 9:7 lezen dat "God ervan houdt dat u met een blij hart geeft". Waarom is het dan zo dat er zo veel mensen, als het ware, gedwongen worden om met tegenzin tienden te geven? Het komt doordat hebzuchtige christelijke leiders dat, volgens hun oud testamentische regels, van hen verlangen. Dus, mensen betaal, maar niet met blijdschap; het is geen spontane gift. Het is graaien van de ene kant en met tegenzin geven van de andere kant. De kerkleiders die het geld ontvangen zullen misschien gelukkig zijn, maar God is dat niet. God is niet blij omdat het geld niet in blijdschap gegeven wordt.

Ik ben het er mee eens dat het een goede gewoonte is om 10% van uw inkomen te geven. Wanneer iemand zegt dat wanneer hij zichzelf niet die discipline oplegt en hij daardoor niet geeft, dan is het geven van 10% een goede zaak. Maar houdt er rekening mee dat God het niet op prijs stelt en er niet blij mee is wanneer u die 10% met tegenzin geeft. Christelijke predikers houden heel vaak van erg gulle gevers, maar God houdt van een blijde gever. Er is een groot verschil tussen de twee. Weet u, het principe van het Nieuwe Verbond is niet - geeft zo veel als u geven kunt. Nee, het principe van het Nieuwe Verbond is - geeft zo veel als u met een hart vol blijdschap en vreugde kunt geven en stop daar. Meer verlangt God niet. God wil mensen die blij zijn. Hij wil kinderen die gelukkig zijn. Natuurlijk zegt Gods Woord: "Geef in verhouding met wat aan u gegeven is. Wanneer u overvloedig geeft dan zult u overvloedig ontvangen". Dat is allemaal waar, maar wanneer u denkt dat u zaken met God kunt doen, door te denken dat wanneer u meer geeft, u dan ik ook meer terugkrijgt, dan is dat een dood werk. Zo kunt u zien dat zelfs wanneer u met tegenzin of onwillig gegeven hebt u zich hiervan moet bekeren. Uit 2 Korintiërs 9:7 blijkt overduidelijk dat u niet met tegenzin moet geven. Is u dat opgevallen? Niet met tegenzin, onder geen enkele dwang. Wat houdt dat in? Niemand mag een ander dwingen om te geven omdat God van een blijde gever houdt. Christelijke leiders verschillen hier nogal in ten opzichte van God.

Dit is één terrein van dode werken - dingen doen zonder blijheid, vreugde en blijdschap. Het tweede terrein van dode werken is het doen van werken zonder liefde. U weet dat in een huis met een pas getrouwd paar, de vrouw veel voor haar man wil betekenen; Alles wat zij voor haar echtgenoot doet is uit liefde; Zij bereidt de maaltijd, wast de kleding en houdt het huis schoon, alles uit liefde. Wanneer u twintig jaar later naar datzelfde huis gaat, dan kookt de vrouw nog steeds, doet zij nog steeds de was en maakt zij nog steeds het huis schoon, maar de kans is groot dat dit niet meer uit liefde gebeurt. Jezus zei: "Heb de Heere uw God lief met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw kracht en met heel uw verstand". Dit is het eerste gebod. Wanneer u zich hier niet aan houdt dan zijn alle werken waardeloos.


Denk er eens over na wat de Heere zei tegen de leider van de gemeente van Efeze: "Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten". Denk ook eens aan wat de Heere tegen Petrus zei in Johannes 21, nadat hij de opdracht gekregen had om opnieuw Zijn apostel te zijn, nadat Petrus de Heere drie maal verloochend had. Wat vroeg de Heere drie maal aan Petrus? Hij stelde slechts één vraag: "Hebt u Mij lief?" Jezus zei, "wanneer u van Mij houdt, dan houdt u zich aan Mijn opdrachten," - niet wanneer u angst voor Mij hebt. Werken die gedaan worden uit angst zijn dode werken. Werken die gedaan worden uit liefde zijn werken die leven geven. U kunt goede werken doen en toch kunnen zij gedaan worden uit angst voor een oordeel of de hoop dat u een beloning hiervoor krijgt van God. God kent hieraan geen enkele waarde toe. Hij wil dat wij liefhebben en vanuit die liefde ontstaatgehoorzaamheid en vanuit die gehoorzaamheid ontstaat dienstbaarheid of zogenaamde goede werken.

Wij hebben in dit deel twee kenmerken van dode werken ter sprake gebracht en zullen in de volgende studie nog meer kenmerken van dode werken bespreken.

(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
7 Bekering
Zac Poonen
(Now Playing)
8 Geloof
Zac Poonen
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
21 Wet en genade
Zac Poonen
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
59 Huichelarij
Zac Poonen
(Now Playing)
(Now Playing)
61 Egoïsme
Zac Poonen
(Now Playing)
62. Haat
Zac Poonen
(Now Playing)
63 Ongeloof
Zac Poonen
(Now Playing)
65 Liegen
Zac Poonen
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)
(Now Playing)