geschreven door :   categorieën :   leider Knowing God
WFTW Body: 

In Exodus hoofdstuk 4 lezen wij over de roeping van Mozes. Om Mozes een paar lessen te leren en om hem aan te moedigen, gaf God hem drie tekenen. Toen Mozes tegen de Heere sprak en zei, “zij zullen mij niet geloven,” vroeg de Heere aan hem, “Wat hebt u daar in uw hand?” Let op! De Heere begint altijd met, “Wat wij al in onze handen hebben?” Wij hoeven niet te kijken naar iets wat wij niet hebben. Elisa vroeg de weduwe, “Wat hebt u in uw huis?” Zij antwoordde, “Alleen een kruikje olie.” Daarop zegt Elisa bij wijze van spreken; “Dat is voldoende. Met dat kruikje olie kunnen al uw problemen opgelost worden.” (2 Koningen 4:2-1) Mozes had alleen de herdersstaf in zijn hand. Dat was voldoende. Wanneer God met u is, kunnen er zelfs met een herdersstaf wonderen gebeuren.

Bij het eerste teken zei God tegen Mozes om de staf op de grond te gooien. Het werd een slang en Mozes sloeg er voor op de vlucht. (Exodus 4:3) De Heere sprak en zei, “Strek uw hand uit, en grijp hem bij zijn staart,” Hij greep het en het werd een staf in zijn handen. Wat is hier de boodschap? In de eerste plaats dat satan veel dichter bij ons is dan wij denken – zo dichtbij als de staf bij Mozes was. Denkt u dat satan ver bij ons vandaan is? Nee. Hij is altijd heel dicht in de buurt om misverstanden te veroorzaken tussen man en vrouw, tussen collega’s, enz., maar wij kunnen satan overwinnen. Wij moeten niet bang voor hem zijn want hij is een overwonnen vijand. God wil hem onder onze voeten vernietigen. Een van de eerste lessen die wij moeten leren wanneer wij de Heere willen dienen is -wees niet bang voor satan. Satan heeft zijn vestingen en bolwerken, maar wij slaan niet voor hem op de vlucht. Wij moeten vluchten voor verleidingen (2 Timotheüs 2:22), maar satan moet voor ons op de vlucht slaan (Jakobus 4:7). In de machtige Naam van Jezus wordt elk middel waarmee satan ons wil bevechten, een staf van autoriteit in onze handen, om zeeën te splijten en Gods volk voorwaarts te leiden.

Als dienstknechten van God hebben wij Zijn autoriteit nodig, niet in de eerste plaats Bijbelkennis, maar Goddelijk gezag. Ik zou elke dag liever geestelijk gezag willen hebben dan kennis. Het eerste wat Mozes nodig had was gezag over de vijand. Het was satan die, door zijn dienstknecht de Farao, de Israëlieten in gevangenschap hield. En Mozes moest hem zonder angst bij zijn taart oppakken. Het moet zo zijn dat satan ons nergens bang voor kan maken.

De Heere vroeg voor het tweede teken aan Mozes om zijn hand onder zijn kleren, ter hoogte van zijn hart (boezem), te steken (Exodus 4:6). Nadat Mozes dat gedaan had en zijn hand terugtrok was deze melaats. Het tweede wat wij, als dienaren van God, moeten beseffen is dat er niets goeds in ons vlees woont (Romeinen 7:18). Egoïsme en verdorvenheid is overal in ons vlees aanwezig. Wanneer u denkt dat dit niet zo is, stop dan gewoon uw hand in uw eigen boezem en onderzoek het. God geeft u licht op de melaatsheid die binnen in u woont. Wanneer u deze belangrijke lessen niet ter harte neemt, dan gaat u rond in het veroordelen van mensen, alsof zij een vlees hebben die erger is dan die van u. Niemand kan een zonde begaan waartoe wij niet in staat zijn. Wanneer wij niet op dezelfde wijze gezondigd hebben dan is dat alleen door Gods barmhartigheid en omdat wij nog nooit dezelfde mate van verleiding hebben ervaren. Wij zijn in niets beter dan onze medemens. Wanneer u denkt dat u beter bent dan enig ander mens op deze aarde, dan kan ik u zeggen dat u totaal onbruikbaar bent als dienstknecht van de Heere.

Voor het derde teken vraagt de Heere om wat water uit de Nijl uit te gieten, waarna het in bloed verandert (Exodus 4:9). De rivier de Nijl was de dierbare god van de Egyptenaren en bloed was het beeld van de dood. De geestelijke bedoeling van dit teken is dat alle dingen op deze aarde, die door de wereldse mens vereerd wordt en waar zij achter aan lopen, door ons ter dood gebracht moeten worden. Een dienaar van de Heere moet de wereld voor zichzelf kruisigen en hij moet door de wereld gekruisigd zijn. De wereld moet niet langer als water voor mij zijn (noodzakelijk om te leven), maar moet zijn als bloed waar wij zelfs niet toe verleid kunnen worden om te drinken. Wij hebben liever dorst dan dat wij bloed drinken. Dat is de manier waarop wij naar de wereld moeten kijken.