geschreven door :   categorieën :   Foundational Truths
WFTW Body: 

1. Onreinheid:

Onreinheid komt meestal via onze ogen en oren ons hart binnen. Deze onreinheden komen daarna vanuit ons hart om zichzelf via delen van ons lichaam te verspreiden – hoofdzakelijk via ons spreken en onze ogen. Iemand die er dus naar op zoek is om rein te zijn moet daarom speciaal letten op wat hij/zij ziet of hoort. Jezus verafschuwde onreinheid zo erg dat Hij tegen zijn discipelen zei dat zij eerder bereid moesten zijn om hun rechteroog uit te rukken of hun rechterhand af hakken, dan dat zij met deze lichaamsdelen zouden zondigen (Mattheüs 5:27-29).

Wanneer zal een arts adviseren om een hand te amputeren of een oog chirurgisch te verwijden? Alleen wanneer deze lichaamsdelen zo slecht geworden zijn dat zij het hele lichaam zullen aantasten, wanneer deze niet verwijderd worden. Dit is hoe wij zonde ook moeten zien. Zonde is zo ernstig dat het onze hele leven in gevaar kan brengen. De meeste gelovigen realiseren zich dit niet en daardoor gaan zij onzorgvuldig om met hun tong en hun ogen. Wij moeten net als blinden en stommen zijn wanneer wij met onze ogen en tong (spreken) tot zonde verleid worden. Dit is wat Jezus met deze woorden bedoelt.

2. Ongeloof:

De Bijbel spreekt over een hart vol ongeloof als een verdorven hart (Hebreeën 3:12). Jezus bestrafte Zijn discipelen zeven maal voor hun ongeloof. (Zie Mattheüs 6:30; 8:26; 14:31; 16:8; 17:17-20; Markus16:14; Lukas 24:25). Het heeft er bijna alle schijn van dat Hij Zijn discipelen nergens anders voor bestrafte! Ongeloof is een belediging naar God toe omdat het de indruk wekt dat God niet om Zijn kinderen geeft en hen niet voorziet in alle noodzakelijke behoeften, zelfs zo weinig als een slechte aardse vader voor zijn kinderen zorgt. Er bestaat tegenwoordig ook zoiets als een “namaak” geloof om allerlei dingen van God gedaan te krijgen, maar dit is niet het geloof wat Jezus bedoeld. Hij wil dat wij een geloof hebben waaruit wij elke dag kunnen leven. Overwinning over depressies, een slecht humeur of ontmoedigingen is alleen mogelijk wanneer wij vertrouwen hebben in een liefhebbende Vader in de hemel en de prachtige beloften die Hij aan ons gegeven heeft in Zijn Woord. Wij kunnen twee keer lezen dat Jezus zich verwonderde – een keer toen Hij geloof zag en een keer toen Hij ongeloof zag (Mattheüs 8:10; Markus 6:6). Jezus was elke keer verwonderd wanneer Hij geloof zag in mensen. En Hij was teleurgesteld, elke keer wanneer Hij mensen zag die onwillig waren om te geloven in een Vader in de hemel die liefdevol is.

3. Geestelijke hoogmoed:

Geestelijke hoogmoed (trots) is de meest voorkomende zonde onder hen die heiliging nastreven. Wij kennen allemaal de gelijkenis van farizeeër die zichzelf rechtvaardig vond en zelfs in zijn gebed anderen verachtte (Lukas18:9-14)! Het is meer dan waarschijnlijk dat 90% van alle gebeden die in het openbaar worden uitgesproken, bedoeld zijn om indruk te maken op anderen die luisteren en niet op God gericht zijn. De farizeeër in de gelijkenis hoeft uiterlijk geen slecht mens geweest te zijn zoals de andere zondaren, maar Jezus haatte de hoogmoed waarmee zijn geestelijke activiteiten omgeven waren en waarbij hij andere verachtte. Het is geestelijke hoogmoed die er voor zorgt dat gelovigen anderen constant oordelen.

De tollenaar echter, die zichzelf zag als dé zondaar – erger dan alle anderen – was door God aangenomen. Iedereen die oog in oog met God heeft gestaan heeft zichzelf ooit gezien als de ergste onder de zondaren. Jezus leerde dat de meest nederige, de belangrijkste zal zijn in het Koninkrijk der hemelen. (Mattheüs 18:4). De grootste deugd die in de hemel gevonden kan worden is nederigheid. In Openbaring kunnen wij lezen dat zij die in de hemel kronen ontvangen hebben, ze deze aan de voeten van de Heere leggen om te erkennen dat alleen Hij waardig is om iedere kroon te ontvangen (Openbaring 4: 10-11). Jezus zei dat zelfs wanneer wij in staat zouden zijn om elk gebod van God te gehoorzamen, wij nog steeds knechten zijn die niets meer hebben gedaan dan er van ons wordt verwacht (Lukas 17:10). Wat moeten wij dan wel over onze toestand zeggen wanneer wij zo regelmatig in zonde vervallen?