geschreven door :   categorieën :   de gemeente Knowing God
WFTW Body: 

God gebruikt verschillende karakters en gaven om zodoende een gebalanceerd beeld te geven van Christus in de wereld. Vanuit onszelf kan ieder van ons alleen maar een verstoord en ongebalanceerd beeld van Christus weergeven. Iedere één-mans bediening kan, op zichzelf staand, alleen maar ongebalanceerde christenen voortbrengen. Wat moeten wij dankbaar zijn dat er anderen in het Lichaam zijn met afwijkende karakters en met een andere kijk op bepaalde dingen.

Laten wij als voorbeeld twee broeders nemen die het Woord verkondigen binnen dezelfde groep gelovigen, waarbij de kijk van de één is: “Wees niet te zeker van jezelf dat je gevuld bent met de Heilige Geest, want het is mogelijk dat jij jezelf hierdoor misleid.” En dat de visie van de andere broeder als volgt is: “Wees er zeker van dat je gevuld bent met de Heilige Geest”. Oppervlakkig gezien lijken deze uitspraken in strijd met elkaar te zijn, maar beide invalshoeken zijn nodig, zodat hun bedieningen elkaar kunnen aanvullen.

Binnen het Lichaam van Christus kunnen Calvinisten en Arminianen samenwerken, waarbij ieder zijn eigen zienswijze naar voren kan brengen – want beide zienswijzen staan in de Bijbel. Zoals Charles Simeon eens zei, “De waarheid zit niet in het midden en niet in één uiterste maar in beide uitersten.” Dus hebben wij mensen nodig die beide uitersten weergeven.

Ook moet er ruimte zijn voor iemand met op de voorgrond tredende karaktereigenschappen net als voor iemand met bescheiden, op de achtergrond blijvende eigenschappen. Verschillende karakters kunnen elkaar goed aanvullen. Sommigen kunnen te voorzichtig zijn; nooit en stap zettend zonder veel overleg, alle voor en tegens afwegend en over een lange periode zich afvragend of zij iets wel of niet moeten doen. Anderen daarentegen zijn zorgelozer en hebben de neiging om enthousiast door te stomen, zonder te veel over de gevolgen na te denken.

Wanneer deze beide karaktereigenschappen (en andere) in het Lichaam van Christus aanwezig zijn dan is er een evenwicht. Wanneer er binnen het Lichaam alleen maar personen met behoedzame, diepnadenkende karakters zouden zijn dan zal de groei heel langzaam gaan. Tegengesteld daaraan, wanneer het Lichaam alleen maar zou bestaan uit onstuimige enthousiastelingen, dan kan het zijn dat er te weinig projecten afgemaakt worden.

Elke karaktereigenschap heeft zijn sterke en zijn zwakke kanten. Een variatie van mensen met verschillende karakters, die als christenen samenwerken, kunnen een meer compleet en beter beeld weergeven van Christus in de wereld. Wij moeten dus niet onze tijd verkwisten door iedereen in het Lichaam als onszelf te willen laten zijn. Wij moeten eenieder toestaan zichzelf te kunnen zijn. Waar wij ons wel op moeten concentreren is hoe onze sterke kanten iemand kan ondersteunen die daar zwakker in is. Zijn sterke eigenschappen kunnen ons dan weer helpen op onze zwakke punten.

Door samen te werken brachten Petrus en Johannes (mannen met totaal verschillende karakters) meer glorie aan God dan dat zij ooit onafhankelijk van elkaar hadden kunnen doen. Paulus en Timotheüs – totaal verschillend van karakter – konden toch goed samenwerken in de verkondiging van het evangelie en vormden samen een krachtig team. Er kunnen in een gemeente briljante intellectuelen zijn, net als mensen met een gemiddeld inzicht. Uiteraard zal hun weergave van Gods Waarheid verschillen, maar geen van beide groepen mag de andere verachten of bekritiseren, want beiden zijn nodig in het lichaam van Christus om het evangelie te verkondigen in een wereld met intellectuelen en laagopgeleiden, filosofen en huisvrouwen, studenten en boeren, enz. God had voor Zijn werk een talent en leraar als Paulus nodig net zoals Hij een ongeletterde visser als Petrus nodig had. Zij hadden verschillende stijlen in het verkondigen van hetzelfde Goede Nieuws, waarbij ieder van hen een kenmerkende rol speelde en waarbij God het werk door de één niet had kunnen doen zonder de bekwaamheden van de ander.

Bekering veranderd niet iemands intellectuele capaciteiten. Ook zet het iemand er niet toe aan om zijn sociale status te veranderen. Het evangelie wist de ongelijksoortige status van de gemeenschap hier op aarde niet uit, ondanks dat sociale verschillen in Christus onbelangrijk zijn. God had behoefte aan rijke mannen als Filemon maar ook iemand als Onesimus, die een dienstknecht was in het huis van Filemon. Hun sociale niveaus en standaards bleven onveranderd, maar beiden moesten hun eigen persoonlijke belangrijke bijdrage leveren aan het Lichaam van Christus, wat de een niet voor de ander kon doen; zo konden zij samenwerken in de verkondiging van het evangelie.

Het is nooit Gods bedoeling geweest dat het Lichaam van Christus zou bestaan uit mensen die in alle opzichten gelijke aan elkaar zijn, zoals nieuwe auto’s die uit een fabriek tevoorschijn komen. Nee. De eenheid van het Lichaam is afhankelijk van de verscheidenheid van zijn leden. Er zou een stagnatie en geestelijke dood zijn wanneer wij allemaal gelijk zouden zijn. Zelfs de meningsverschillen met anderen kan God gebruiken om onze gemeenschap met andere te verdiepen en ons te leiden naar geestelijke volwassenheid. Spreuken 27:17 zegt ons, “Zoals ijzer met ijzer wordt geslepen, zo scherpt de ene mens de ander.” Wanneer men ijzer met ijzer scherpt dan ontstaan er vonken. Zo kunnen er bij meningsverschillen ook vonken ontstaan, maar zo worden uiteindelijk wel beide stukken ijzer scherp.

Soms plaatst God twee personen, met totaal verschillende karakters, naast elkaar om voor Hem te werken en wanneer zij samen bezig zijn dan kunnen de vonken ervan af vliegen, maar dit kan Gods weg zijn om hen te “scherpen”. Wanneer de één net als ijzer is en de ander als klei, dan zullen er geen vonken ontstaan en kunnen zij elkaar niet scherpen. In plaats daarvan zal er een afdruk van het ijzer in de klei te zien zijn – een persoon met een sterke wil drukt zijn overtuiging door bij de persoon met een zwakke wil. Het is echter niet Gods bedoeling dat iemand zijn visie opdringt aan een ander, maar dat beiden van elkaar zullen leren. Wij kunnen het niet met elkaar eens zijn, maar toch verenigd zijn en elkaar nog steeds liefhebben. Wij kunnen elkaar nu zelfs nog meer liefhebben dan ervoor.