geschreven door :   categorieën :   leider man
WFTW Body: 

Wij kunnen heel veel verwarring veroorzaken in het werk van God en in onze eigen levens, wanneer wij onze menselijke redenering gebruiken en God proberen te helpen naar ons eigen inzicht.

“Toen leidde Hij hem naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn…. Maar Sarai, de vrouw van Abram, had hem geen kinderen geschonken…. Toen nam Sarai, de vrouw van Abram, Hagar, de Egyptische, haar slavin,… en gaf haar aan Abram, haar man, als vrouw voor hem…. Hagar, Ismaël bij Abram baarde…. En Abraham zei tegen God: Och, zou Ismaël voor Uw aangezicht mogen leven!.... God zei: Integendeel, uw vrouw Sara zal u een zoon baren en u moet hem de naam Izak geven. Ik zal Mijn verbond met hem maken,” (Gen.15:5; 16:1,3,16; 17:18,19).

God had aan Abram een nageslacht beloofd, zo ontelbaar als de sterren. Sarai was echter onvruchtbaar. Abram en Sarai moeten beiden gevreesd hebben dat Gods Naam onteerd zou worden wanneer de belofte niet uit kwam. Dus nam Abram, op advies van Sarai, een ander vrouw en kreeg hij via haar een zoon, om op deze wijze God te helpen om het gat te dichten!!

Wat Abram zich echter niet realiseerde was dat God dit soort hulp niet nodig heeft. De hulp die hij God aanbood (door Ismaël te verwekken) veroorzaakte uiteindelijk veel problemen, niet alleen voor zijn vrouw, maar ook voor Izak en zijn nakomelingen.

Hoe vaak hebben wij niet het gevoel dat zonder onze hulp, Gods beloften niet kunnen worden vervuld. Dus bewegen en handelen wij zonder dat God ons gezegd heeft dat wij moeten bewegen en handelen. Wij vertrouwen op onze man-made plannen en inzet om Gods werk te doen en geloven niet voldoende om te wachten tot God ons de weg wijst.

Jezus deed in Zijn leven nooit iets zonder de wil en de leiding van Zijn Vader te zoeken. (Johannes 5:19-30). De meeste gelovigen zoeken echter niet Gods wil en leiding, omdat zij meer vertrouwen in zichzelf hebben dan in God!!

Ons gebrek aan gebed en ons leunen op ons eigen verstand (of op het verstand van onze vrouwen, zoals in Abram’s geval) in de beslissingen die wij nemen, brengt veel verwarring in onze huizen en in Gods werk.

“De HEERE sprak tot Mozes: “spreek voor hun ogen tot de rots, en die zal zijn water geven.”…” Toen hief Mozes zijn hand op en hij sloeg de rots twee keer met zijn staf,”…” Maar de HEERE zei tegen Mozes en tegen Aäron: Omdat u niet in Mij geloofd hebt, en zult u deze gemeente niet in het land brengen.” (Numeri.20:7-13)

God had tegen Mozes gezegd om deze keer alleen tegen de rots te spreken. Maar Mozes besloot om God te helpen door twee maal op de rots te slaan. Hoe waar is het dat het vlees liever hard slaat (twee maal), dan om zacht te spreken (een maal). Wij hebben het gevoel dat Gods doeleinden sneller bereikt worden met een beetje menselijke hardheid, zelfs wanneer Hij de opdracht geeft om zachtmoedig te zijn (Mattheüs 11:28-29). Het is echter Zijn goedertierenheid dat mensen naar berouw leidt (Romeinen 2:4).

Mozes kan ook gedacht hebben, omdat God hem eerder gevraagd had om op de rots te slaan (Exodus 17:6), dat hij ieder keer hetzelfde moest doen. Velen verbeelden zich dat de Heilige Geest altijd op dezelfde wijze werkt zoals Hij vroeger of ergens anders gedaan heeft! En dus proberen zij Hem te helpen met psychologische trucks tot een “opwekking”, om zieken te “genezen”, en om mensen in “tongen te laten spreken”. Wat zij zich niet realiseren is dat de Heilige Geest op verschillende tijden, verschillend werkt en geen zielse hulp nodig heeft om Zijn gaven te manifesteren.

“Uzza strekte zijn hand uit naar de ark van God en greep die, omdat de runderen struikelden…. Toen ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Uzza, en God strafte hem daar om deze onbedachtzaamheid, en hij stierf daar bij de ark van God.” (2 Samuel 6:6-7).

De intenties van Uzza waren goed. Hij verlangde er naar om Gods ark van het verbond tegen vallen te beschermen. Maar hij was geen Leviet en had daarom geen recht om de ark aan te raken. Hij kwam buiten zijn grenzen. Dit was een zodanig ernstige zaak dat God hem sloeg. Wij kunnen niet losjes omgaan met Gods geboden.

Ook in de gemeente heeft God verschillende verantwoordelijkheden aan verschillende mensen gegeven en voor een ieder grenzen bepaalt. Wanneer wij ergens een tekort zien op een bepaald terrein en op zoek zijn hoe wij God hierin kunnen helpen, om het probleem op te lossen, moeten wij ons eerst afvragen of de Geest ons er toe leidt om dat te doen, of dat onze menselijke redenering ons ertoe aanzet om iets te doen. God heeft respect voor een ieder zijn grenzen, zelfs wanneer wij dat niet hebben. God heeft, buiten de grenzen die hij voor ons gesteld heeft, onze hulp niet nodig. Alleen binnen deze grenzen kunnen wij God vinden (Handelingen 17:26-26). Daarbuiten vinden wij alleen de duivel (Prediker 10:8b).

De toepassingen in ons leven van de hiervoor besproken principes zijn legio. Laten wij God daarom vragen om licht te geven in deze aangelegenheden, in ons eigen leven en onze bediening.