geschreven door :   Zac Poonen categorieën :   vrouw worstelen
WFTW Body: 

In Psalm 16 verklaard David dat de Heere en de heiligen alles zijn waar zijn hart naar uitgaat. In het derde vers van deze Psalm verklaard hij dat al zijn vreugde in de heiligen is! Alle mensen zullen weten dat wij discipelen zijn van Jezus als wij elkaar liefhebben. Vers 8: “Ik stel mij de Heere voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, zal ik niet wankelen" werd door Petrus aangehaald als verwijzend naar de Heere Jezus (Hand. 2:25). We worden opgeroepen om het voorbeeld van Jezus te volgen en de Heere voor ogen te hebben in alles wat we zeggen en doen. Dan zal Hij ook aan onze rechterhand zijn tot onze hulp. In Gods tegenwoordigheid is er “overvloed van vreugde” en in Zijn rechterhand zijn eeuwige lieflijkheden (vers 11). Vreugde en voldoening worden in zijn meest pure vorm alleen in Gods tegenwoordigheid gevonden, waar ze eeuwig zijn. Aardse vreugdes en genoegdoeningen zijn slechts leeg en van korte duur.

Psalm 23 is de psalm van de Herder. Als de Heere onze Herder is, zal er ons nooit iets ontbreken (vers 1). HIJ doet ons neerliggen. HIJ leidt ons. HIJ verkwikt ons. Heel vaak denken we na over wat wij voor de Heere moeten doen. Maar hier ligt de nadruk op wat HIJ voor ons doet. We kunnen alleen effectief voor God werken als we Hem toestaan eerst een werk in ons te doen. Wij vrezen geen kwaad, want HIJ is met ons. HIJ maakt de tafel voor ons gereed en HIJ zalft ons hoofd met olie. Dan zal onze beker overlopen en goedheid en goedertierenheid zullen ons volgen totdat we thuis komen in de eeuwigheid.

In Psalm 66 looft David de Heere omdat Hij hem in een plaats van overvloed had uitgeleid. Maar dit geschiedde door veel lijden heen. In de verzen 10 tot 12 lezen we immers dat God David door ziekte, vuur en water en door menselijke onderdrukking heen nam, voordat hij tot deze plaats van geestelijke overvloed kon komen. Het woord wat hier vertaald wordt met “overvloed”, wordt slecht op één andere plaats in de Schriften gebruikt – in Psalm 23:5 – waar het wordt vertaald met “overvloeien”. Dus de weg tot een overvloedig geestelijk leven is door beproeving en lijden heen.

Psalm 91 zet de zegen en de bescherming uitéén van diegene die leven in de “schuilplaats van de Almachtige”. Voor ons is die veilige schuilplaats het volbrachte werk van Christus. Leven in de “schaduw van de Almachtige” houdt in dat God voor ons uitgaat, en dat wij in Zijn schaduw wandelen (vers 1). De veiligste plaats in de hele wereld is de volmaakte wil van God. De Heere beloofd ons te verlossen van onze twee vijanden – satan (de stroper met zijn strikken) en de zonde (verderfelijke pest – eng: dodelijke ziekte) – vers 3. Hij zal ons verlossen van de openlijke zonde (gevaren overdag) en de meer subtiele, misleidende zonde (verschrikkingen van de nacht) – vers 5 en 6. Zelfs al zouden 11.000 christenen rondom ons niet geloven in het overwinnende leven, toch zal Hij ons behoeden voor het vallen in zonden (vers 7). We kunnen vele beproevingen moeten doorstaan, maar in alle beproevingen zal ons geen kwaad treffen (vers 10). Hij zal engelen gebieden voor ons te zorgen, zolang wij in Zijn wil wandelen. Satan (de felle leeuw en de adder) zal altijd onder onze voeten vertrapt worden (vers 13). God zal onze gebeden beantwoorden en zal ons boven de situatie uit tillen. Hij zal ons leven sparen totdat we onze taak op aarde volbracht hebben (vers 15 en 16).

Psalm 112 beschrijft de zegen van de diegene die de Heere vreest. Zulk een mens zal gezegend zijn en het zal hem goed gaan. Hij zal van God licht ontvangen als hij in duisternis wandelt. Hij is rechtvaardig en barmhartig en leent uit aan hen in nood. Hij vreest niet voor het kwade gerucht omdat zijn hart standvastig is en hij de Heere vertrouwd. God zal hem eren en de goddeloze zal toornig op hem zijn. “Gods voortdurende zorg voor hem zal een onuitwisbare indruk maken op een ieder die het ziet” (Engelse parafrase van vers 6). Zo moet het ook in ons leven zijn. Mensen moeten diep onder de indruk raken als men ziet hoe God voor ons zorgt en ons zegent.

Psalm 139 beschrijft het feit dat God overal tegenwoordig is en alles weet. We zijn altijd in Gods tegenwoordigheid waar we ook gaan (vers 7 – 12). Dat is wat ons leven zo veilig en zeker maakt. Zijn voorzienigheid heeft elke dag van ons aardse leven gepland vanaf de dag dat we geboren werden en in Zijn boek werden opgetekend (vers 16). God zal ons Zijn plan stap voor stap, bladzijde voor bladzijde doen zien. Als we dat plan leven, zullen we nooit spijt hebben aan het einde van ons leven.

Vertaling: Gerard Schröder