In Exodus 12 lezen we over de verlossing van de Israëlieten uit Egypte. Ze kregen de opdracht om met een bundel hysop het bloed van een smetteloos lam aan de deurposten en boven de deur aan te brengen, om zo de engel des doods voorbij te laten gaan. Dat beeld van geloof is ook van toepassing als we het bloed van Christus aanbrengen in onze harten. Hysop was een gewone plant, die veel voorkwam in Egypte en dus gemakkelijk te vinden was. Geloof is ook makkelijk te vinden. De Israëlieten verlieten Egypte op de 14e dag van de eerste maand van hun nieuwe kalender – en de Heere Jezus werd op diezelfde datum gekruisigd 1500 jaar later. God keek in de toekomst en zag de dag waarop de farizeeërs Jezus kruisigden en koos dus die dag om de Israëlieten uit Egypte te bevrijden!

Hoe werden de Israëlieten bevrijd? Niet door hun goede leven en hun goede werken. God controleerde niet elk huis om binnen te kijken hoe elke bewoner de voorgaande 30 jaar had geleefd. Nee. Hij keek enkel of ze geloof hadden gehad door het bloed vaneen onschuldig lam aan hun deurpost te smeren. Toen de die hysop in het bloed doopten en het aan hun deurposten smeerden, zeiden ze, “Ik vertrouw niet op mijn goede werken of mijn religieuze activiteiten om mij te beschermen. Ik vertrouw op het bloed van dit onschuldige lam. Daarom geloof ik dat de engel des doods mijn huis niet zal binnen komen.” Dat is de weg van verlossing.

Niemand kan opscheppen en zeggen, “Ik werd gered omdat ik een goed leven leefde”. Nee. De man die een goed leven leefde en de man die een slecht leven leefde werden beide in die nacht, daar in Egypte, gered door het bloed van het lam. Als iemand in Israël gedacht had, “Ik heb een goed leven geleefd, dus ik denk dat God mij niet zal veroordelen”, en daarom geen bloed van het lam aan zijn deurposten had aangebracht, wat denk je dat er dan was gebeurd? De engel des doods zou binnen gekomen zijn en zou zijn oudste zoon gedood hebben, net als in alle andere huizen in Egypte.

Ik weet dat veel mensen misbruik gemaakt hebben van de waarheid van de verlossing door genade en geloof in het bloed van Jezus Christus. Ze leefden onvoorzichtig zeggende: “het maakt niet uit hoe ik leef.” Maar daarmee wordt de waarheid niet ongedaan gemaakt dat redding niet door goede werken is maar door genade door geloof.

Efeziërs 2:8-9 zegt;” Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen. Maar het volgende vers zegt dat we, nadat we gered zijn, door God geschapen (in Christus) zijn om “Goede werken te doen”. Dus de volle waarheid is dit:

We kunnen niet gered worden door goede werken, ongeacht hoeveel het er zijn.

Maar indien ons “geloof” geen goede werken produceert, nadat we gered zijn, dan is dat een teken dat ons geloof niet oprecht was.

Dat is wat Jacobus zegt: “Geloof zonder werken is dood”(Jacobus 2:26).

Na het aanbrengen van het bloed aan de deur, werd de Israëlieten bevolen om die nacht ongezuurde broden te eten. Dat is een beeld van je voeden met Christus zelf, het Brood des Levens. Het is niet voldoende dat we vertrouwen op Zijn bloed, we moeten ook gevoed worden door Zijn leven. We zijn “met God verzoend door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij behouden worden door Zijn leven” (Romeinen 5:10).

Hen werd ook verteld het brood te eten in hun reiskleding – met een bereidwilligheid om op elk moment Egypte te verlaten. Dat is hoe wij ook in deze wereld moeten leven – altijd bereid om te gaan, zodra Jezus ons roept om naar Hem toe te komen. Deze wereld is niet ons huis. We moeten op elk moment klaar zijn voor vertrek.

Vertaling: Michel de Ruijter