De mensen van Kanaän, die in opdracht van God moesten worden gedood, werden gestraft zoals Sodom en Gomorra werden gestraft en zoals de wereld in de dagen van Noach werd gestraft. De hele aarde was verdorven geworden in de dagen van Noach door seksuele zonden (Genesis 6:11). De Kanaänieten hadden zich ook overgegeven aan allerlei vernederende seksuele zonden en verering van Satan. En dus spuugde het land zelf zijn bewoners uit”. (Leviticus 18:24,25). Deuteronomium 9:4 en 8:10-12 geven ons een duidelijk beeld van de redenen waarom de Kanaänieten vernietigd werden door God. Daar waar er vervuilende invloeden zijn die het land verontreinigen en corrumperen, in welke natie ook, daar is de enige mogelijkheid van straf voor zo een natie het elimineren van de mensen – om zo te voorkomen dat hun invloed zich zal verspreiden om zo ook anderen te corrumperen.

Een God van liefde vernietigt enkele mensen, net zoals een dokter iemands voet waar koudvuur*2 in zit zal amputeren op het moment dat het koudvuur zo erg wordt dat het hele lichaam er door vernietigd kan worden. Als je een dokter zou zien die bij iemand een been af zaagt, en je zou niets van geneeskunde af weten, dan zou je kunnen denken dat die dokter die persoon zou haten. Maar eigenlijk zou het tegenovergestelde waar zijn. De dokter zou dat uit liefde doen. God handelt ook uit liefde voor de wereld wanneer Hij sommige mensen afsnijd die anders de hele wereld zouden corrumperen. Het wegvagen van de wereldbevolking ten tijde van de zondvloed was een daad uit liefde, zodat de mens bewaart zou kunnen blijven zonder volledig onder controle van demonen te staan (Genesis 6:2 waarin gerefereerd wordt aan “Gods zonen” de door God geschapen engelen, die vielen). De apostel Paulus sloeg eens een man met blindheid omdat hij een ander misleidde (Handelingen 13:8-12). Ik heb gehoord van situaties waarin mensen dood neer vielen door God omdat ze een opwekking tegenwerkten. Dus wat we lezen in Jozua was niet de moord op de Kanaänieten. Het was chirurgie voor de wereld.

Vele jaren later, toen Abraham in Kanaän leefde, waren daar ook Kanaänieten. Maar God vernietigde toen de Kanaänieten niet. God wachtte meer dan 400 jaar, omdat, zo vertelde Hij aan Abraham, de vrucht van de ongerechtigheid van de Amorieten*3 is tot nu toe niet rijp. (Genesis 15:16). We plukken mango’s als ze rijp zijn. God wacht tot de zonde van een mens rijp is voor oordeel, voordat Hij oordeelt. Hij oordeelde Sodom en Gomorra toen hun zonde rijp was. Zo ging het dus ook met de Kanaänieten.

Nadat Israël 700 jaar Kanaän had bewoond, en zij in die tijd dezelfde zonden begingen als de Kanaänieten, joeg God hen ook weg uit het land. De Assyriërs kwamen en namen hen gevangen. Honderdtwintig jaar later, toen Juda, het zuidelijke koninkrijk, de boodschappen van Gods profeten negeerden en rijp waren geworden voor het oordeel, zond God de Babyloniërs om hen ook te vernietigen. God is niet halfslachtig. Of het nu de Kanaänieten, de Israëlieten of de mensen van Juda waren, Zijn standaarden zijn hetzelfde. Als Zijn mensen door blijven gaan met het ontheiligen van Zijn standaarden en het negeren van Zijn profeten, dan zal Hij op hen dezelfde chirurgie uitvoeren. God doet ook hetzelfde met ons. Als God jouw zonden zou excuseren, dan zou dat een bewijs zijn dat Hij niet van je houd. Als een vader het zijn kinderen zou toestaan met ziektes te leven, dan zou dat een bewijs zijn dat hij niet echt van zijn kinderen houd.

*1HSV Vertaling op basis van Genesis 15:16:God wacht tot de maat van de zonde van een mens vol is voor het oordeel

*2Ganggreen

*3 Amorieten waren bewoners van het bergland in Kanaän. Zij zijn afstammelingen van Noachs kleinzoon Kanaän (Gen. 10:15). Ze waren één van de Kanaänietische volkstammen (Hethieten, Jebusieten, Amorieten, Girgasieten, Hevieten) in het land Kanaän. Ze bewoonden daar het bergland ten westen en vooral ten oosten van de Jordaan (Gen. 14 :7,13; Num. 21 :13-26, Deut. 3 :8; Richt. 1 :34-36, 11:13).

Vertaling: Michel de Ruijter