geschreven door :   categorieën :   Spirit Filled Life
WFTW Body: 

“Niet van de wereld zijn” is het hoofdthema van het Nieuwe Testament. Voor dat Jezus naar het kruis ging vertelde Hij Zijn discipelen dat zij niet van deze wereld zijn. Jezus was Zelf apart gezet – “niet van de wereld”. Hij bevestigde dat Zijn discipelen ook niet van de wereld waren. Omdat zij hier niet toe behoorden, zei Hij tegen hen dat zij deze wereld een moeilijke plaats zouden vinden om in te leven Johannes 15:19; 17:16).

Het is de verantwoordelijkheid van de discipel om er voor zorg te dragen dat hij zich onbesmet van de wereld houdt (Jakobus 1:27). Want de gemeente is de bruid van Christus; Hij heeft haar lief, heeft Zich voor haar overgegeven en is door Hem geheiligd (Efeziërs 5:25-27). Dit verklaard de “goddelijke waakzaamheid” van Paulus over de gelovigen in Korinthe. Het was zijn verlangen om hen te presenteren als een reine maagd voor Christus, maar hij vreesde dat de duivel, met zijn sluwheid, hun denken zou beïnvloeden (2 Korintiërs 11:2-3).

Dit verklaart ook de extreme woorden, “Jullie overspelige mannen en vrouwen”, die door Jakobus geadresseerd worden aan gelovigen, die lieten zien bevriend te zijn met de geest van de wereld (Jakobus 4:4). Ja, de Bijbel heeft veel te zeggen over “apart gezet/niet van deze wereld” zijn.

Laten wij in ons denken duidelijk zijn, dat waar de Bijbel over spreekt, niet een apart gezet zijn inhoudt in de betekenis van afstand houden van. Het is helemaal geen fysieke afscheiding van de mensen in de wereld, maar een afscheiding met het hart. Er zijn velen die dachten dat, door als kluizenaars ergens op een eenzame plaats te leven, zij dichter bij God konden komen. De monnik die zichzelf in een klooster afzondert, of de non die zich terug trekt binnen de muren van een abdij hebben het Bijbels “apart gezet zijn” niet begrepen. Ook houdt dit afgescheiden zijn niet in dat men witte linnen gewaden, saffraan gele kleren of uniformen draagt. Jezus predikte of praktiseerde nooit iets van deze uiterlijke gedragingen. Wat Hij leerde en in praktijk bracht was een vrijheid van de geest van de wereld, zelfs wanneer men er middenin leeft.

Wij zijn wezens in een vreemde omgeving. Een schip, midden op de oceaan, omgeven door water en toch komt er geen water in het schip. Wanneer een gelovige zo leeft, dan zal hij vroeger of later onder ogen moeten zien dat hij belachelijk gemaakt wordt en weerstand van de wereld om zich heen ondervindt. De wereld wordt voor hem dan snel een oncomfortabele plaats om te leven. Jezus waarschuwde Zijn discipelen op voorhand dat deze vijandigheid op hen af zou komen, als onvermijdelijke consequentie van het volgen van Hem (Johannes 16:33). Wanneer een christen tot de hemel behoort, dan is het aardse uiteraard niet zijn natuurlijke omgeving. Hij is als een vis uit het water, en het moet hem niet verbazen dat het hem moeilijk valt om hier te overleven. Er is een wonder voor nodig om een vis op het land in leven te houden en er is op zijn minst een vergelijkbaar wonder voor nodig om de ware gemeente van Christus op aarde te laten overleven. Maar dat is juist wat Gods bedoeling is met het leven van een christen – een dagelijks leven, afhankelijk van Zijn wonderen verrichtende kracht.

God verwacht dat er tussen Zijn volk en de geest van de wereld een grote kloof ontstaat, een kloof zo diep en zo breed als de scheiding tussen het paradijs en de hel (Lukas 16:26), een kloof die nooit overbrugt en overgestoken kan worden. Het is altijd Gods verlangen geweest dat de Zijnen bevrijdt zijn van de geest van de wereld. Helaas is het zo dat vele gelovigen deze les nog moeten leren en tot dat moment zullen zij krachteloos en gefrustreerd blijven.