geschreven door :   categorieën :   man
WFTW Body: 

Daniël werd getest toen de wijze mannen de droom van de koning niet konden interpreteren, en de koning vaardigde een bevel uit om alle wijzen van Babel te doden (Daniël 2:1-13). Toen Daniël dit hoorde, was hij rustig en ging hij met grote wijsheid met de situatie om (Daniël 2:14). Hier zien we een jonge man die grote wijsheid had!

Hoe kreeg Daniël het antwoord op de droom van Nebukadnezar? Ten eerste, hij had vertrouwen dat God het aan hem duidelijk zou maken. Hij ging naar God. Hij riep zijn vrienden (2:17). Er zit een geweldige waarde in gemeenschap in gebed als we voor een probleem staan dat te moeilijk is voor ons. Daniël begreep het principe van gemeenschappelijk gebed. Hij was een ‘Nieuw testamentische man’ die leefde in de tijd van het oude verbond. Zijn houding was, “Laat me niet alleen over dit onderwerp bidden. Laat ik mijn drie broeders roepen om te komen om samen met mij te bidden.” En ze baden samen en hij zei, “Laten we God vragen om genade door de droom aan ons te laten zien” (2:18).

Ze begonnen hun gebed met een tijd van lofprijs. Dit is altijd een goede gewoonte. Ze zeiden, “De Naam van God zij geloofd van eeuwigheid tot in eeuwigheid, want van Hem is de wijsheid en de kracht. Hij verandert de tijden en tijdstippen, Hij zet koningen af en stelt koningen aan, Hij geeft de wijsheid aan wijzen, de kennis aan wie verstand hebben. Hij openbaart diepe en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is, want het licht woont bij Hem. U, God van mijn vaderen, dank en prijs ik, omdat U mij wijsheid en kracht hebt gegeven.” (2:20-23) Elke keer wanneer je het idee hebt, dat je gebed geen doorbraak geeft, begin dan de Heer te prijzen. Bedenk de grootheid van God en prijs Hem – en je zult ontdekken dat de atmosfeer meteen veranderd.

Toen werd aan Daniël in een nachtvisioen de verborgenheid geopenbaard. En hij ging naar de koning om hem antwoord te geven, waarbij hij toe gaf, “Dit komt niet door mijn wijsheid. Ik weet dit omdat God het aan mij openbaarde” (2:30). Daniël was een nederige jonge man die bereid was om God alle eer en glorie te geven. God openbaard Zijn waarheden aan zulke mannen.

Daniël werd opnieuw getest toen slechte mensen in dat koninkrijk, die jaloers op Daniël waren hem om wilden brengen. Ze gingen naar de koning en kregen het voor elkaar dat hij een wet uitvaardigde die voornamelijk tegen Daniël gericht was. De dreiging was: "Als je bidt tot een ​​andere god, dan word je voor de leeuwen gegooid" (Daniël 6:6-13).

Wat deed Daniël, toen hij hoorde dat de koning deze wet had aangenomen? Hij knielde neer en bad. Hij vreesde God meer dan hij enige koning of overheid vreesde. En net zoals de apostelen in de toekomstige tijd*1 zouden zeggen, was de houding van Daniël, “Men moet aan God meer gehoorzaam zijn dan aan mensen.” (Handelingen 5:29). Dus dat specifieke ding, waarvan de koning gezegd had, dat hij dat niet mocht doen, dat deed hij toch. Geen wet zou hem er van weerhouden om te bidden tot zijn God. Hij had de gewoonte om te bidden met de ramen open richting Jeruzalem. Hij had nu de afweging kunnen maken om te bidden met zijn ramen dicht. Maar hij schaamde zich niet om openlijk te bidden tot de enige Ware God en dus hield hij de ramen open. Wij moeten ons ook nooit schamen om openlijk bekend te zijn als discipelen van de Heer Jezus Christus. En hij bad niet slechts een keer per dag, maar drie keer per dag, zoals hij dat altijd al gedaan had. Die jaloerse ambtenaren hadden dit moment afgewacht – en zodra ze Daniël zagen bidden, gaven ze hem aan bij de koning. De koning wilde Daniël sparen, maar de ambtenaren herinnerde hem er aan dat een “wet van de Meden en de Perzen” niet herroepen kon worden. Dus moest hij Daniël in de leeuwenkuil gooien. Maar, zoals wij allemaal weten, beschermde God Daniël tegen de leeuwen.

Daniëls leven was een getuigenis voor de mensen van Medo-Perzië van de ware God. God laat beproevingen in ons leven toe om naar ons toe te komen, om ons getuigenis aan anderen te tonen. Als wij volharden in vervolging en hebben onze vervolgers lief, dan zullen anderen Christus in ons zien. En als we op een dag ons leven moeten neerleggen voor het evangelie, laat het ons dan neerleggen met onze hoofden omhoog en een geest van lofprijs in ons hart voor de Heer, omdat we weten dat onze God op de troon zit.