In het boek openbaringen 22: 18 en 19 lezen we het volgende: “Ik betuig aan een ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek beschreven zijn; als iemand van de woorden van het boek van deze profetie afneemt, zal God zijn deel afnemen van de boom van het leven en uit de heilige stad, van de dingen die in dit boek beschreven zijn.”

De plagen die beschreven worden in het boek openbaringen zijn de wraak van God.

God zal het niet toestaan dat iemand een loopje neemt met Zijn heilige Woord. Een duidelijke waarschuwing wordt gegeven aan een ieder die iets toevoegt of afdoet aan dit boek – en dit principe is van toepassing op de hele schrift, omdat deze waarschuwing op de laatste bladzijde van de Bijbel te vinden is.

De eerste fout die Eva maakte in Genesis 3 was dat ze toevoegde en wegliet uit Gods Woord. God had tegen Adam gezegd in Genesis 2:17 “van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.” Adam had dit ongetwijfeld duidelijk naar Eva gecommuniceerd. Toen de slang echter aan Eva vroeg in Genesis 3:1 “Wat heeft God gezegd?” toen voegde ze iets aan Gods instructie toe en liet ze iets weg in haar antwoord. Ten eerste voegde ze iets toe. Ze zei: God heeft gezegd ”Je zult daarvan niet eten of het aanraken (Genesis 3:3). God had nooit iets gezegd over het aanraken van de boom. Vervolgens liet ze iets van de instructie weg. Ze zei; …zult gij sterven (Genesis3:3), waarbij de overduidelijke waarschuwing van God verzwakt werd, Die gezegd had: “Je zult voorzeker sterven”. De frase zult gij sterven geeft impliciet aan dat er nog een mogelijkheid is dat je niet zult sterven. We zien hier dus in het begin van de Bijbel dat de zonde begon door het toevoegen en weglaten van woorden uit Gods Woord. En dus, aan het einde van de Bijbel, zien we een ernstige waarschuwing tegen het toevoegen en weglaten van delen uit Gods Woord.

Vandaag de dag hebben velen hun menselijke tradities toegevoegd aan het Woord van God en hebben ze deze haast net zo belangrijk gemaakt. Evenzo hebben velen zaken uit Gods Woord weg gelaten door te zeggen dat gehoorzaamheid aan sommige kleine geboden niet zo belangrijk is.

We moeten heel voorzichtig zijn en alles in onze levens en huizen verwijderen dat in strijd is met Gods Woord. En we moeten minstens zo voorzichtig zijn dat we geen zaken aan onze levens en in onze huizen toevoegen, die we niet tegenkomen in het Woord van God.

Door onze houding ten opzichte van Zijn Woord, worden we door God getest om te zien of we er klaar voor zijn om met Hem in de eeuwigheid te leven of niet.

Psalm 138:2 zegt* dat God Zijn Woord boven Zijn Naam heeft geplaatst. Dus als we het Woord van God niet eerbiedigen, dan tonen we geen eerbied voor Zijn Naam. Vele denominaties in het Christendom hebben toegevoegd en afgedaan van Gods Woord. Daardoor zijn ze geëindigd in geestelijke hoererij. We moeten gewaarschuwd zijn door deze mislukkingen.

* In de Engelse King James staat: I will worship toward thy holy temple, and praise thy name for thy loving kindness and for thy truth: for thou hast magnified thy word above all thy name. Letterlijk vertaald zou daar staan: Want U hebt Uw Woord boven Uw Naam geplaatst. Dit is in de Nederlandse vertalingen anders vertaald.