Streef ernaar om vol vuur te zijn voor God.
Paulus schreef aan Timotheüs: “ Daarom herinner ik u eraan de genadegave van God die in u is door de oplegging van mijn handen, aan te wakkeren ” (2 Timotheüs 1:6). Paulus drong er bij Timotheüs op aan om deze gave aan te wakkeren en te verfrissen, opdat het blijft branden. Dit leert ons dat, hoewel Jezus ons doopt met de Heilige Geest en met vuur (Mattheüs 3:11), wij nog steeds iets moeten doen om dat vuur altijd brandende te houden. God is degene die het vuur doet ontbranden, maar wij zijn het die de brandstof moeten leveren – ten allen tijde een leven van totale overgave aan Gods wil. Denk niet dat, omdat u door God gezalfd bent, u rustig achterover kunt leunen en zeggen: “Eens gezalfd, altijd gezalfd”. Dat is net zo’n grote dwaling als te zeggen: “Eens gered, altijd gered”. Ik heb mensen gezien die van oorsprong door God gezalfd waren en die een jaar later geestelijk dood waren. Het vuur was verdwenen. Wereldse interesses en hoogmoed hebben het vuur gedoofd. Nu jagen zij geld en een comfortabel leven achterna en zijn het vuur van God compleet kwijt geraakt. Dat is erg verdrietig en een groot verlies voor het koninkrijk van God. Dus zei Paulus tegen Timotheüs: “Wanneer u het vuur niet brandende houdt dan zal het doven. Het is aan u. Houdt het vuur brandende door te zorgen voor een goed geweten, door het bestuderen van Gods Woord, door nederig te zijn, door God met heel uw hart te zoeken, door verre te blijven van de liefde voor geld en argumenteren met anderen en ieder ding dat dit vuur kan doven”.
Zoek gemeenschap met oprechte gelovigen.
In 2 Timotheüs 2:22 zegt Paulus tegen Timotheüs: “ Ontvlucht de begeerten van de jeugd. Jaag rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede na, samen met hen die de Heere aanroepen uit een rein hart ”. Met ander woorden: “Wij moeten in de eerste plaats op zoek gaan naar gemeenschap met hen die zoeken naar een rein leven”. Dat helpt ons om te vluchten voor zonde. Onze beste vrienden op aarde moeten zij zijn die met hun hele hart verlangen naar een zuiver en rein leven. Veel gelovigen houden er lagere normen en waarden op na en zijn niet geïnteresseerd in een goddelijk leven. Maar wij moeten de meeste tijd besteden in de omgang met hen die een heilig leven leiden. Hoe kunnen wij weten of iemand een zuiver hart heeft? Jezus zei dat de mens datgene zegt waarmee zijn hart gevuld is (Mattheüs 12:34). Wij weten waarmee iemands hart gevuld is doordat hij spreekt over de dingen waar hij van houdt. Wanneer hij constant spreekt over geld en materiële dingen, dan is dat omdat zijn hart gevuld is met de gedachten aan geld. Aan de andere kant is het zo dat wanneer iemand meestal over de Here spreekt, ik weet waarmee zijn of haar hart gevuld is. Daarom wil ik het liefst omgaan met die mensen die het verlangen hebben om op Jezus te lijken. Wanneer wij de Here liefhebben dan vinden wij het prachtig om over Hem te spreken. Dit is het geheim van een effectieve dienst voor de Here.
Streef ernaar om Gods normen hoog te houden.
Paulus spoorde Timotheüs aan op het volgende: “Houdt vast aan de waarheden” ( 2 Tim 1:13 HB ). Wat is er in onze tijd een grote behoefte voor een dergelijke aansporing aan alle christelijke predikers. Houdt u aan de waarheid van Gods Woord en verlaag uw normen niet om meer mensen in de kerk te krijgen. U bent in Gods ogen een betere gemeente wanneer er minder mensen met een hogere norm in uw gemeente zijn dan met een toestroom van veel mensen met lagere Bijbelse normen en waarden. Het is beter om een gemeente te hebben met 3 discipelen dan met 300 gelovigen die compromissen sluiten. Drie discipelen die met hart en ziel voor God gaan kunnen meer voor Christus in een stad betekenen dan 300 gelovigen die compromissen sluiten. Dit is de emotionele last die ieder dienaar van God moet bezitten voor de volgende generatie. In de christelijke historie zien wij meermaals dat de volgende generatie van een bepaalde christelijke gemeenschap er lagere normen op na houdt, omdat zij niet dezelfde visie hebben als de vorige. Wanneer de grondleggers van deze denominaties nu op aarde zouden terugkeren, dan zou zij geen deel meer willen uitmaken van de denominaties die zij ooit gesticht hebben, omdat zij de normen en waarden waar deze stichters voor stonden naar beneden hebben bijgesteld. Aan de buitenkant mag de leer er waarschijnlijk wel zijn, maar de kracht van de zalving is verdwenen. Het leven is verdwenen en de kennis van God is er niet meer. Wij moeten deze norm hooghouden door de Heilige Geest die in ons woont, omdat dat een heilige schat is.