geschreven door :   Zac Poonen categorieën :   Knowing God discipels
WFTW Body: 

In Filippenzen 3 beschrijft Paulus hoe onze geestelijke houding moet zijn om Gods plan voor ons leven ten volle tot uitwerking te laten komen. Vergetend wat achter mij ligt, zegt hij, richt ik mij op de dingen die voor mij liggen (vers 14). Ondanks iedere verleiding die hij tegenkomt, weigert hij om achterom te kijken. In Handelingen 20:23-24 zegt hij dat hij onberoerd bleef bij de wetenschap dat vervolging hem te wachten stond. Geen enkele angst kon hem ervan weerhouden om de opdracht die de Here Jezus hem gegeven had tot een goed einde te brengen. In Handelingen 26:19 getuigde hij opnieuw voor koning Agrippa dat hij aan het hemelse visioen, wat hij ongeveer 30 jaar daarvoor ontvangen had, niet ongehoorzaam geweest was. En in zijn laatste brief kon hij er aanspraak op maken dat hij de goede strijd had gestreden, de wedloop tot het einde gelopen had en zijn geloof had behouden ( 2 Tim. 4:7 ). Hier zien wij een man die standvastig Gods weg tot het laatste moment bewandeld heeft. Ondanks ontelbare aanleidingen om op te geven en van de weg af te stappen, ondanks zware vervolgingen, ondanks kwaadsprekerij en laster en wat al niet meer, hield hij zich trouw aan zijn koers met zijn ogen gericht op het doel. Gezegend zijn wij wanneer wij aan het eind van ons leven een dergelijk getuigenis kunnen afgeven.

Hoe vaak gebeurt het niet dat het aanlokkelijk is om terug te kijken! De fouten uit het verleden hebben de neiging om ons te ontmoedigen en wanneer dat gebeurt, dan komt de duivel zeer zeker om ons de leugen in het oor te fluisteren dat God ons niet meer kan gebruiken. Voor mij is het altijd een enorme bemoediging geweest dat de Here mij zelfs als een ezel kan gebruiken ( Mattheüs 21:2-3 ). Wanneer de Here een ezel kan gebruiken om zijn Messiaanse taak te vervullen en God zelfs op een bepaald moment door een ezel kon spreken ( Numeri 22:28 ), dan is er hoop voor ons allemaal. Wat er vroeger ook in de Bijbel geschreven is, zoals ook het verhaal over de ezel van Bileam, dan is dat geschreven tot onze bemoediging. ( Romeinen 15:4 ). Hoewel u zichzelf zo dom als een ezel kunt voelen en u misschien tienduizend fouten kan maken, neemt dat niet weg dat de Here u ergens voor nodig heeft. En wanneer Hij u daarvoor heeft uitgekozen, dan kan Hij zelf door u tot anderen spreken.

Dezelfde Bijbel die tegen ons zegt dat wij ons geen zorgen voor morgen moeten maken, zegt tegen ons met dezelfde aandrang dat wij niet naar het verleden moeten kijken. Wij moeten een einde maken aan alles wat hiervoor was en in vertrouwen op de Here kijken naar de dag van vandaag en naar de toekomst. Wanneer u morgen faalt, zorg dan dat u zichzelf niet in wanhoop stort. Ga naar de Here en belijdt uw fout en zorg dat u van uw zonde gereinigd bent door Zijn bloed. Ga hierna gewoon weer verder. En wanneer u nog een keer struikelt, ga dan heen en doe hetzelfde. Verlaag uzelf niet tot wanhoop. Weiger vastberaden om met spijt terug te kijken naar het verleden, want dat zorgt alleen maar voor verdriet over wat gemorste melk. Weiger echter ook om met trots terug te kijken wat de ziel kapot maakt. Dus wanneer God u morgen op een wonderbaarlijke manier gebruikt, vraag dan om genade om die trots te overwinnen. Verlaag uzelf niet in zelfverheerlijking. Blijf standvastig. Ontmoediging aan de ene kant en trots aan de andere kant zijn instrumenten die satan gebruikt om ons op zijn koers te houden en ons berooft van onze effectiviteit.

In Efeziërs 5:15-16 wordt tegen ons gezegd dat wij in deze slechte tijden onze weg in wijsheid moeten gaan en al onze tijd daarvoor moeten gebruiken. Dat houdt in dat wij iedere gelegenheid die op ons pad komt moeten gebruiken tot glorie van Here ( 1 Corinthiërs 15:58 ). Ieder van ons heeft een beperkt leven en van iedere dag die wij leven zullen wij aan God rekenschap moeten afleggen, maar dat kan alleen maar wanneer wij standvastig op Hem blijven zien. Het maakt niet uit hoe groot de overmacht ook is waarmee wij geconfronteerd worden, toch moeten wij deze geestelijke houding blijven vasthouden. Laten wij echter ook weigeren om naar andere gelovigen te kijken om ons lot en de mate waarin wij succes hebben te meten met die van hen, want dat kan ook leiden tot ontmoediging of trots ( Joh. 21:20-22 ; 2 Cor. 10:12 ). Wij moeten alleen recht vooruit kijken en nergens anders ( Spreuken 4:25 ).

Zelfs voor zijn bekering was Paulus vol van zijn religie ( Hand. 22:3-4 ). Hij was niet iemand met een zwak en onoprecht geloof, zoals wij vandaag de dag zo vaak tegenkomen. Toen hij bekeert was, was hij hartgrondig in zijn toewijding aan Christus. Het enige verschil was dat hij nu zijn denken gericht had op de dingen van boven en niet op de dingen van de wereld. Onze opgestane Here Jezus zegt ons duidelijk dat Hij lauwheid niet kan waarderen (Openb. 3:16). God is op zoek naar volkomenheid in Zijn volk, want zij die volkomen aan Hem toegewijd zijn kunnen op deze aarde Zijn opdracht vervullen. Wanneer velen van ons net zo halfslachtig in onze opleiding zouden zijn als in ons christen zijn, dan zouden wij nooit het niveau van de lagere school gepasseerd zijn. Of anders gezegd, wanneer iemand net zo halfslachtig is in zijn beroep, zoals zo velen dat zijn in hun dienstbaarheid aan God, dan zou hij al lang ontslagen zijn. Volledige toewijding komt heel vaak voor in het dagelijkse leven van veel christenen, maar daartegenover is het een zeldzaamheid in religieuze activiteiten! Wij kunnen in de Bijbel lezen dat, omdat koning Hizkia zijn werk met zijn hele hart deed, hij voorspoedig was ( 2 Kron. 31:21 ). Maar toen de dag kwam “dat hij vergat wat er eerder gebeurd was”, hij het rustig aan deed. Op die dag stelde hij de HEERE op tragische wijze teleur.

In woord en daad maande Jezus om hen die Hem wilden volgen, de ogen gericht te houden op het einddoel. Hij waarschuwde ervoor dat: “Wie gaat ploegen en steeds achterom kijkt, niet geschikt is voor het Koninkrijk van God” ( Lukas 9:62 ). Jezus Zelf “richtte standvastig Zijn blik” in de richting die Zijn Vader tegen Hem had gezegd ( vers 51 NBG). “Ik moet bezig zijn met de dingen van mijn Vader”, dat was Zijn ontegenzeggelijke houding en Hij had geen behoefte in volgelingen die niet dezelfde weg gaan die Hij gegaan is en in dezelfde richting lopen waar Hij naar toe ging. De discipel van Jezus moet maar één doel in zijn leven hebben, namelijk het doen van Gods wil en Hem op deze manier verhogen. Alles in ons leven, zoals geld, positie, huwelijk, beroep en al het andere, moet hierop gericht zijn. Alles moet dienen tot Gods doel. Alleen wanneer wij een dergelijke houding aan nemen, kunnen wij de belofte uit Romeinen 8:28 ons toe-eigenen. Want alleen voor hen die God liefhebben en zich ten dienste van Hem stellen zal alles meewerken ten goede.

Wij doen er goed aan om ons te blijven herinneren dat zij die de wil van God hier op aarde gedaan hebben, voor eeuwig zal blijven bestaan ( 1 Joh. 2:17 ). Al het overige zal verdwijnen. Laat daarom het doen van Gods wil ons doel zijn. Laat dit daarom, net als bij Jezus, ons dagelijkse voedsel zijn ( Joh. 4:34 ). De man naar Gods hart is hij die er naar verlangt om in alles Zijn wil te doen . Alleen zo iemand kan op effectieve wijze God dienen in zijn generatie ( Hand. 13:22-36 ). God is ook vandaag de dag op zoek naar zulke mannen en vrouwen.