geschreven door :   Zac Poonen categorieën :   Knowing God discipels
WFTW Body: 

Jezus had op de bruiloft in Kana de watervaten, zonder iets te gebruiken, kunnen vullen met wijn, maar dan zou er geen samenwerking geweest zijn. Dan was het net een one-man show. Daarom werden de bedienden uitgenodigd om deel te hebben aan het wonder door hun deel bij te dragen - het gemakkelijkste deel – in het vullen van de vaten met water. Jezus nam daarna het moeilijke deel voor Zijn rekening door het water te veranderen in wijn (Johannes 2:1-11).

Zo had Jezus ook, met het voeden van de vijfduizend mensen, het voedsel uit het niets tevoorschijn kunnen laten komen, maar ook dat deed Hij niet. Hij nodigde een jongen uit om Hem zijn lunchpakket te geven, en door de samenwerking met die jongen gaf Hij vijfduizend mensen te eten ( Johannes 6:1-13). De jongen deed wat hij kon doen en Jezus deed Zijn deel in wat Hij kon doen!

Aan de blinde man werd eerst gevraagd om wat hij kon doen ( Johannes 9:1-7), hij moest zich namelijk wassen in het bad in Siloam. Daarna deed Jezus het moeilijke deel door zijn ogen te openen.

Dezelfde werkwijze zien wij in de opwekking van Lazarus. De vrienden van Lazarus deden het makkelijke deel – het verwijderen van de steen – en Jezus deed daarna het moeilijke deel, door Lazarus uit de dood op te wekken. Daarna werd zijn vrienden de mogelijkheid gegeven om nogmaals hun bijdrage te leveren door de windsels van zijn lichaam te verwijderen, en zodoende Lazarus de vrijheid terug te geven (Johannes 11:38-44) .

Na de opstanding van Jezus zien wij dat Zijn vrienden op een nacht zijn gaan vissen. “En in die nacht vingen zij niets” ( Johannes 21:3). Dat is een beeld van iemand die zich op grond van de wet inspant. Toen kwam Jezus. Hij kon hun boten gevuld hebben met vis zonder dat zij hun netten in zee uitgegooid hadden. God, die de opdracht gaf aan de vissen om naar de boot van Petrus te gaan, had eenvoudig aan de vissen de opdracht kunnen geven om in de boot van Petrus te springen, maar dan zou er geen samenwerking geweest zijn. Dus de mens moest zijn deel op zich nemen. Zij moesten de netten in zee werpen zodat door de samenwerking met Jezus er een wonder gedaan werd. De mens doet het eenvoudige deel en Jezus neemt het moeilijke deel op Zich, maar niet zonder dat zij hun netten in zee gegooid hadden. Dat isgeloofsgehoorzaamheid waar Paulus over spreekt in Romeinen 1:5 (HSV).

Jezus wil ons leven lang onze partner zijn. Toen Petrus bij Jezus kwam voor de tempelbelasting, gaf Jezus hem de opdracht om een haak in zee te gooien en de eerste vis die hij ving te pakken. Jezus zei tegen Petrus dat hij in de bek van de vis een sjekel zou vinden wat voldoende was om de belasting voor Jezus en Petrus te betalen. “Voor jou en voor Mij” waren de woorden van Jezus die Hij in Mattheüs 17:27 tegen Petrus sprak. Denk eens na over de woorden “voor jou en voor Mij”. Dat is samenwerking. Jezus is zelfs geïnteresseerd om ons te helpen bij het betalen van onze belastingen. Van de wereldse dingen die ons dagelijks in beslag nemen tot de dingen die eeuwigheidswaarde hebben, roept Jezus ons op om te leven volgens het principe van “jou en Mij”.

Jezus zei, toen Hij deze last van samenwerking op Zich nam, dat wij rust in onze harten zullen vinden (Mattheüs 11:28-30). Dat is de rust waar wij, door te stoppen met alles zelf te doen, binnen mogen gaan ( Hebreeën 4:10-11).

Adam is naar Gods voorbeeld geschapen, niet omdat God een tuinman nodig had voor de Hof van Eden, maar omdat God iemand wilde waar Hij gemeenschap mee kon hebben. God heeft ons niet uit de put van zonde gehaald zodat wij Hem kunnen dienen, maar om gemeenschap met Hem te kunnen hebben. Het is een gebrek aan begrip hiervoor waardoor veel gelovigen vandaag de dag, net als Marta in de tijd van Jezus, bezorgd en zwaar belast zijn.

Johannes werd op 95-jarige leeftijd, na 65 jaar lang met God gewandeld te hebben, geïnspireerd door de Heilige Geest om een brief te schrijven. Het thema van de brief (1Johannes 1:3) was “gemeenschap”. Nadat hij gezien had dat gemeentes en leiders hun eerste liefde achter zich gelaten hadden (Openbaring 2:4) en levende gemeentes genoemd werden (met hun variatie in christelijke activiteiten), maar in feite in Gods ogen nu dood waren (Openbaring 3:1), zag Johannes zonder twijfel dat de christenen weer op het pad gebracht moesten worden van de vreugdevolle gemeenschap met de Vader en Zijn Zoon Jezus Christus.

Er kan veel voldoening gevonden worden in diverse activiteiten. Sommigen vinden het in sport, anderen in muziek, weer anderen in hun beroep en sommigen zelfs in christelijke activiteiten. Maar de meest zuivere vorm van blijdschap en voldoening kan alleen gevonden worden in het hebben van gemeenschap met de Vader (1 Johannes 1:4). De psalmist zegt: “Mijn grootste vreugde is dicht bij U te zijn”( Psalm 16:11). Dit was de “vreugde die Hem in het vooruitzicht werd gesteld” om het Jezus mogelijk te maken om het kruis iedere dag te kunnen dragen (Hebreeën 12:2). Gemeenschap met de Vader was Jezus Zijn hoogste goed. Hij wenste Zich in het universum, niets anders dan dat. Dit was de gemeenschap waarvan Jezus wist dat die op Golgotha verbroken zou worden, toen Hij drie uur lang de kwellingen van de eeuwig durende hel moest ondergaan voor de mensheid die verloren was ( Mattheüs 27:45-46). Toen moest de Vader de gemeenschap met Zijn Zoon en de gemeenschap die Jezus met de Vader had gehad vanaf het begin van de eeuwigheid missen, en werd deze gemeenschap voor drie uur verbroken. Jezus vreesde die gebrokenheid van de gemeenschap met de Vader zo erg dat Hij druppels bloed zweette in Gethsémané. De beker waarvoor Hij bad om weggenomen te worden was: ‘De verbroken gemeenschap met Zijn Vader’ die Hem te wachten stond.

Wanneer u dit maar kunt zien en er door aangegrepen wordt, dan wordt pas duidelijk hoe gemakkelijk wij meestal zingen en praten over het volgen van Jezus, maar niet de diepte ervan zien. Jezus volgen betekent om gemeenschap met de Vader net zo op zijn waarde in te schatten als Jezus deed. Zonde zal dan een veel zondiger betekenis voor ons krijgen, want het verbreekt onze gemeenschap met de Vader. Een liefdeloze houding ten opzichte van een broeder en zuster wordt dan, in zoverre het van ons afhangt, zelfs niet getolereerd, want het verbreekt de gemeenschap met de Vader.

Dat de Here ons openbaring mag geven om een helder beeld te krijgen van oprecht christendom, wat niets meer en minder is dan een ononderbroken gemeenschap met een liefdevolle Vader in de hemel.