Petrus had voor de kruisiging de Here drie keer verloochend. Dit was de optelsom van de drie en een half jaar van teleurstelling waarin hij met de Here was opgetrokken. Een periode waarin hij zich trots, ik-gericht, assertief en zonder bidden had gedragen. Toch wees de Here Petrus op geen enkele van zijn zwakheden toen Hij hem het weiden van Zijn schapen toevertrouwde. De Here riep Petrus niet eens op om in de toekomst nederig, vol van gebed te zijn en vol overtuiging te getuigen, terwijl hij wist dat in dienst van de Here hem vervolging te wachten zou staan. Nee, Hij stelde niet zulke vragen, hoewel dit wel de eigenschappen zijn waar wij bij een geestelijke persoon op zoek naar moeten gaan, speciaal bij iemand die een leider onder Gods volk moet zijn.

De Here Jezus wist dat één eenvoudige vraag voldoende zou zijn. Wanneer op die vraag een oprechte reactie zou komen, dan zou al het overige spontaan hierop volgen: “Houd je van Mij? Meer dan de anderen?” ( Johannes 21:15-17 ). De liefde voor Christus is de ware toetssteen voor de geestelijkheid van ieder mens. Wanneer iemand een hoge positie heeft bereikt in een kerk, zelfs dat van een dominee of pastor, dan nemen wij van nature aan dat het wel een geestelijk persoon moet zijn. Maar dit hoeft niet persé zo te zijn. Het is wedergeboorte en een consequente liefde voor Christus die er voor zorgt dat iemand geestelijk is. Het is vandaag de dag mogelijk dat zelfs een dominee of pastor/voorganger niet wedergeboren is. Het in bezit hebben van één of meerdere theologische titels of gradaties is hiervoor geen garantie. Zelfs het doorlopen van een oprechte evangelische hogeschool maakt iemand nog niet geestelijk. U kunt een voltijd geestelijk werker, dominee of voorganger in een gemeente zijn, maar dat maakt u nog niet tot een godvruchtig persoon. U en ik kunnen maar al te snel de fout maken dat het regelmatig bijwonen van samenkomsten, grondige bijbelkennis of vuur in het verkondigen evangelie, het kenmerk is van geestelijkheid.

Onderscheidende kledij en een vrome blik kunnen ook misleidend zijn. Niets van dit alles heeft enige waarde. Het kenmerk van oprechte geestelijkheid in Gods ogen is slechts één, boven alles verheven, ding, namelijk: De grootte van uw liefde voor Hem. Uiteindelijk is dit uitsluitend iets tussen u en uw Heer. Hij stelt de vraag: “Heb jij Mij lief?” En het is aan u wat uw antwoord daarop is.

Datgene wat Izaäk als wederdienst zocht, in zijn liefde voor Rebekka, was niet haar dienstbaarheid, maar haar liefde. Op dezelfde manier verwacht de Here van ons in eerste instantie niet onze diensten, maar onze liefde. Daar waar oprechte liefde aanwezig is, daaruit komt spontaan dienstbaarheid voort. In gezelschap van een knecht van Abraham reisde Rebekka bijna 1000 km van Mesopotamië naar Kanaän. Wat denkt u waar zij tijdens de reis over gesproken hebben? Wanneer zij oprecht van Izaäk hield, dan zal Rebekka tijdens de reis zeker navraag over hem gedaan hebben. Zij zal waarschijnlijk oneindig veel vragen over Izaäk aan haar begeleider en reisgenoot gesteld hebben. Met dezelfde honger zal een gelovige, die oprecht van de Here Jezus houdt, de Bijbel lezen. Dag aan dag zal hij of zij de Heilige Geest uitnodigen om meer en meer over de schoonheid van de Here Jezus aan hem of haar te openbaren.

Dat de Here ons elke dag opnieuw mag laten zien dat het ware kenmerk van onze geestelijkheid, de liefde voor Hem is. En laten wij onszelf eraan herinneren dat Hij Zichzelf tot maatstaf gesteld heeft en dat wij met minder onszelf misleiden. Het bewijs van onze liefde is eenvoudigweg onze gehoorzaamheid ( Johannes 14:15; 21-24 ).

In het laatste boek in de Bijbel wordt deze absolute waarheid bevestigd. De Here berispte daar de gemeente in Efeze omdat zij hun zicht op de eerst dingen waren kwijtgeraakt ( Openbaring 2:1-5 ). Op andere terreinen was het een opmerkelijke gemeente. De christenen daar hadden met veel geduld hun werkzaamheden verricht, zij haatten het kwaad, zij hadden valse profeten ontmaskerd, zij hadden stand gehouden en waren omwille van de Naam trouw gebleven. Zij gaven zich met hart en ziel aan het werk van de Here en gaven niet op. Maar toch, ondanks dit alles, had de Here één ding tegen hen. Het was zo verwerpelijk dat het gevaar dreigde dat het een einde zou kunnen betekenen in hun bestaan als getuigenis voor Hem. Zij waren diep gevallen, zei Hij tegen hen en wanneer zij zich niet zouden bekeren, dan zou Hij Zijn zalving (kandelaar), Zijn goedkeuring van hun getuigenis, van hen wegnemen. Wat was dan hun serieuze tekortkoming? Het was heel eenvoudig het feit dat zij koud geworden waren in hun liefde voor hun Here. Zij waren niet alleen hun eerste liefde voor de Here kwijtgeraakt, maar hadden het totaal verlaten en ergens anders naar toe verplaatst. Zij waren zo druk bezig gegaan met vergaderen, retraites, conventies, conferenties en andere vormen van christelijke activiteiten, dat zij hun zicht waren kwijtgeraakt op die Ene waarvoor zij al die overige dingen deden. Dit geeft duidelijk aan dat de Here meer om toewijding vanuit hart geeft, dan al die andere activiteiten. De duivel, die dit weet, zal zijn uiterste beste doen om ons zo druk met één of andere christelijke activiteit bezig te laten zijn, dat wij geen tijd met onze Here over hebben voor onze persoonlijke toewijding aan Hem.

Jezus waarschuwde ons dat in de laatste dagen zonde overvloedig zal worden en dat bij velen de liefde voor Hem zal bekoelen (Mattheüs 24:12). Wij leven nu in die tijd. Onder het grootste deel van de belijdende volgelingen van de Here is de geestelijke temperatuur onder het vriespunt. Tenzij wij zelf constant waakzaam zijn, zullen wij ontdekken dat de vrieskou ook bij ons binnendringt. Broeders en zusters in Christus, zelfs wanneer u alles kwijtraakt, verlies dan niet dat ene, namelijk de liefde voor uw Here. Behoudt dat als iets wat u met hart en ziel verlangt en al de dagen van uw leven zult blijven zoeken.

“De liefde is het voornaamste. Laat de liefde uw doel zijn” ( 1 Korintiërs 13:13; 14:1 ).