geschreven door :   Zac Poonen categorieën :   Knowing God Foundational Truths discipels
WFTW Body: 

Wat is het grootste probleem wat wij als christen in ons leven tegenkomen? Het grootste probleem dat een persoon, die een heilig leven wil leiden tegenkomt, is het overwinnen van de verleiding om te zondigen.

In Hebreeën 4:15 (NBG51) lezen wij dat Jezus, “ net als wij dezelfde verleidingen heeft gekend”. Daarom kan Hij met ons meevoelen. Hij heeft dezelfde aantrekkingskracht van iedere verleiding gevoeld, op dezelfde wijze als wij die ervaren. Anders zou er niet geschreven staan dat Hij “in alle dingen op dezelfde wijze” verleid werd als wij. Toen Hij door satan verleid werd, ervoer Hij de trekkracht van de verleiding, maar Hij zei: “Nee”. Wanneer Hij die trekkracht niet gevoeld zou hebben dan was Hij niet verleid geweest. Verleiding is net touwtrekken. Twee teams houden een touw vast en elk team trekt aan een zijde van het touw. Wanneer u vasthoudt aan een heilig leven, dan voelt u dat de andere kant aan u trekt. Dat is verleiding. Wanneer er niemand aan de andere kant van het touw trekt, dan kan men niet spreken van touwtrekkerij. Wanneer Jezus geen enkele trekkracht gevoeld zou hebben, dan is Hij nooit op de proef gesteld zoals wij. Dan kunnen wij stellen dat de bijbel leugens verteld, wanneer er in Mattheüs 4:1-10 gesproken wordt dat de duivel Jezus probeerde te verleiden, maar ook is het dan een leugen wanneer er in Hebreeën 4:15 staat dat Hij, net als wij, in alles op de proef is gesteld.

In de Bijbel refereert het woord “verleiding” altijd naar verleid worden om zonde te begaan. Normale verlangens zoals willen gaan slapen wanneer wij moe zijn, is geen verleiding, of met andere woorden “op de proef gesteld worden”. Dat wordt er niet mee bedoeld wanneer over Jezus wordt gezegd dat Hij net als wij op de proef werd gesteld. Hij werd, net als wij, verleid om zonde te begaan, maar Hij zondigde niet. Is Hij daardoor een voorbeeld voor ons? Dat is Hij zeer zeker. In Hebreeën 2:17 kunnen wij zien dat: “ Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk is geworden” (NBG). Hij was niet als een engel met vleugels die ons wilde leren om te zwemmen. Nee, Hij kwam naar de aarde zonder Zijn “vleugels”, zodat Hij ons kon leren zwemmen. Toen Jezus op het water wandelde, overwon Hij de wet van de zwaartekracht. Wanneer een engel over het water gescheerd zou zijn, dan zou dat geen wonder geweest zijn. Maar van Jezus was het wel een wonder omdat Hij de zwaartekracht overwon. Toen Hij tegen Petrus zei dat hij op het water kon wandelen, zei Jezus eigenlijk tegen Petrus dat hij hetzelfde kon doen als Jezus gedaan had, wanneer hij op Hem vertrouwde. Onze Vader in de hemel is niet partijdig ten opzichte van Zijn oudste Zoon Jezus. Wat Hij voor Jezus deed wil Hij ook voor ons doen, wanneer wij op Hem vertrouwen.

Jezus werd in alles, net als wij, op de proef gesteld, maar Hij zondigde niet. Hierin is Hij ons Voorbeeld. Iedere keer wanneer wij op de proef gesteld of verleid worden, dan kunnen wij de Here aanroepen met de woorden: “Here, in Uw leven op aarde, in Nazareth, werd U ook op de proef gesteld zoals ik nu op de proef gesteld word. Help mij om op dezelfde wijze te reageren zoals U reageerde”. Wordt u verleid om ontmoedigd te raken of op een zondige manier boos te worden? Jezus werd op dezelfde wijze op de proef gesteld, maar Hij zondigde niet. Dus kunnen wij naar ons Voorbeeld zien en zeggen: “Here ik wil Uw voorbeeld navolgen”. Hij leefde op deze manier door de kracht van de Heilige Geest. Dus moeten wij ook zoeken naar de kracht van de Heilige Geest, wanneer wij zoals Hem willen leven. Daarom staat er in Hebreeën 4:16 : “ Laten wij daarom vrijmoedig naar de troon van God gaan om van Hem genade te ontvangen ”. Het woord “daarom” refereert naar het voorgaande vers, waar staat dat Jezus net als wij op de proef is gesteld, maar niet heeft gezondigd. Daarom kunnen wij ook naar de troon van genade gaan, zoals Hij dat deed in zijn aardse leven. Wij kunnen dan dezelfde genade ontvangen die ons in staat stelt om de zonde te overwinnen.

Hebreeën 4:16 (NBG51) spreekt over barmhartigheid en genade. Er is een verschil tussen barmhartigheid en genade. Barmhartigheid heeft betrekking op ons verleden terwijl genade betrekking heeft op de toekomst. Wij hebben barmhartigheid nodig voor de zonden die wij gedaan hebben. Daarna hebben wij genade nodig om ons te helpen in de toekomst de zonden te overwinnen. Onder hetoude verbond kende men alleen maar barmhartigheid. Genade kwam in het nieuwe verbond door Jezus ( Joh. 1:17 HB). Jezus had nooit barmhartigheid nodig want Hij heeft nooit gezondigd, maar wij hebben zowel barmhartigheid als genade nodig.

Wanneer is er de “noodzaak” waar in Hebreeën 4:16 over gesproken wordt? Dat is wanneer u op de proef gesteld wordt. Stelt u zich voor dat u, terwijl u een berg beklimt, uitglijdt en met uw vingers aan de rand van een klif blijft hangen. U kunt dit niet volhouden en u valt naar beneden en breekt diverse botten. U kunt dan om hulp roepen. Er komt een ambulance die u naar een ziekenhuis brengt waar uw botbreuken weer hersteld worden. Dat is barmhartigheid. Wanneer u echter om hulp roept voordat u valt en iemand trekt u weer omhoog op de rots waardoor u niet valt, dan is dat genade. Het is het beste om hulp te roepen voordat u valt. De Heilige Geest is de geest van genade en Hij wordt de Helper genoemd. Hij kan u te hulp komen wanneer u uitglijd (op de proef gesteld wordt) voordat u valt. De meeste christenen blijven vallen en blijven vragen om barmhartigheid. Zij vallen en vragen God om hen te vergeven. Daarna klimmen zij weer op, vallen opnieuw en vragen opnieuw om de ambulance van barmhartigheid. Vol barmhartigheid verschijnt de ambulance iedere keer weer, maar dat is niet de manier waarop God wil dat wij leven.

De eerstvolgende keer wanneer u op de proef gesteld wordt, bijvoorbeeld door boosheid of dat er smerige seksuele gedachten bij u dreigen op te komen en u ontdekt dat u dreigt weg te glijden, schreeuw dan om hulp: “ Here geef mij nu genade ”. U zult versteld staan om te ontdekken dat u niet valt. De genade van God houdt u overeind. Romeinen 6:14 zegt het volgende: “ De zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade” (NBG51).