geschreven door :   categorieën :   leider
WFTW Body: 

In Nehemia 1:1-3 kunnen wij lezen dat Nehemia, toen hij nog in Perzië verbleef, erg begaan was met het joodse volk. Genoeg om, terwijl hij op grote afstand was, te informeren hoe het ging met de teruggekeerde ballingen en de staat van Jeruzalem.

Dit is de specifieke eigenschap van iemand die door God gebruikt wordt –hij heeft een interesse in en zorg voor de mens en daardoor geeft God hem een “last”

Wanneer u de Heere wilt dienen, begin dan met geïnteresseerd te zijn in anderen. God zal nooit iemand in Zijn dienst gebruiken die geen belangstelling heeft voor de zijn medemens. Nehemia vroeg aan Hanani, “Hoe zijn de omstandigheden daar?” Hanani vertelde hem dat de muren waren neergehaald en de poorten in vlammen waren opgegaan. Toen Nehemia dit nieuws hoorde huilde en rouwde hij, vastend en biddend, vele dagen lang. Dit is het voorbeeld van een man waarnaar God vandaag naar op zoek is – iemand die een verlangen heeft om voor anderen te zorgen en daardoor een last met zich meedraagt, wanneer hij de toestand van de hedendaagse kerk ziet.

Nehemia leefde in de tijd van het oude verbond. Hij had niet de beschikking over de Heilige Geest die in hem woonde, zoals wij dat hebben. Hij had niet de hele Bijbel, geen kerkgemeenschap, boeken, CD’s, DVD’s of conferenties waar hij aan kon deelnemen, zoals wij die in overvloed hebben. Hij wist niets van het kruis. Toch had hij een enorme last te dragen. Hij had geen “full time bediening”. Hij was een man met een seculiere baan. Hij onderhield zichzelf en diende de Heere. Nehemia was een groot voorbeeld van iemand die niet op zichzelf gericht was maar die alleen bij alles betrokken was, tot eer van Gods Naam. Wanneer wij uitgedaagd kunnen worden om dit voorbeeld na te streven, dan kan God misschien ook iets betekenen in en door ons leven.

Nehemia was nog nooit in de nabijheid van de koning verdrietig gezien. (Neh. 2:1). Hij was niet iemand met een sombere uitstraling. De koning had hem niet anders dan blij gezien, maar nu was hij verdrietig. Hij had echter geen verdriet om zichzelf of zijn familie, nee, hij was verdrietig vanwege Jeruzalem, dat in puin lag. O, waren er vandaag maar meer zoals Nehemia in de kerk.

Nehemia ging naar Jeruzalem en bleef daar alleen zonder ergens anders naar toe te gaan – naar alle waarschijnlijkheid om te vasten en te bidden (Neh. 2:11). Daarna stond hij op een nacht op en nam een aantal mannen met zich mee. Hij had niemand iets verteld over wat God in hem in zijn gedachten had bewerkt omdat hij wist dat er vijanden waren die hem wilden tegenhouden (Neh. 2:10). Hij was zich ervan bewust dat het geen zin had om mensen te verzamelen die geen verlangen hadden in het werk voor God. Dus ging hij met een paar mannen op weg en inspecteerde de muren en de poorten.

Nehemia was een goede organisator en iemand die mensen kon motiveren. De mensen werkten met plezier met hem omdat hij zelf mee werkte. Dit is het type leiders die God vandaag de dag nodig heeft – iemand die wil vasten en bidden, die een grote waarde hecht aan Gods Naam, die niet alleen goed kan organiseren en mensen kan motiveren om voor de Heere te werken, maar ook zelf mee werkt.

In Nehemia 5:1-13, zien wij Nehemia’s grote zorg voor hen die arm en onderdrukt werden en die schulden hadden. Hij sprak hun crediteuren aan en kreeg en allemaal vrij van de schulden. In vers 18 zien wij het prachtige voorbeeld, dat Nehemia niets van het geld, waar hij als gouverneur van de provincie recht op had, voor zichzelf hield – ondanks dat hij zo hard werkte en 150 joden en velen uit andere landen dagelijks van voedsel voorzag. Hij was een gastvrij man die, ten koste van hemzelf, God diende zoals Noach en Paulus dit gedaan hebben. Hij gebruikte zijn geld om de muur te herbouwen. Hier zien wij een man die grote offers bracht en geen geld voor hemzelf gebruikte wat gebruikt kon worden voor het werk van God.

Waar God een dienstknecht vindt die trouw is in de omgang met geld, daar zal geen limiet zijn in de wijze waarop God zo iemand zal inzetten. God laat veel van Zijn dienstknechten in de steek omdat zij voordeel willen behalen uit hun broeder’s financiën.

In hoofdstuk 9 lezen wij wat God door Nehemia deed. Het hoofdstuk begint met het vasten, bidden, belijden van zonden en zich afzonderen van de heidenen, door de Israëlieten (vers 1 en 2). Daarna hielden zij een Bijbelstudie van drie uur, gevolgd door drie uur van lofprijs aan de Heere en het belijden van hun zonden. Het was één en al opwekking (vers 3).

Daarna stonden de Levieten op en riepen de Heere aan, met luide stem (vers 4). Vanaf vers 6 tot vers 31 wordt het langste gebed in de hele Bijbel weergegeven. Daarna hervertellen de Levieten de historie van het volk Israel, vanaf de tijd van Abraham en de periode van de veertig jaar die het volk in de woestijn verbleef, gevolgd door de tijd van de richters en de koningen. Dit alles met de bewustwording dat elk oordeel dat God had gezonden, juist en terecht was. Zij hadden berouw en ondertekenden, ten overstaan van God, een document waarbij Nehemia hen in het ondertekenen voorging (Neh. 10:1).

In hoofdstuk 12 zien wij hoe Nehemia de mensen organiseert om de poorten te bewaken en hen aanwijst die moeten voorgaan in de momenten van lofprijzing. Let op de weg die Gods volk gaat van Babylon naar Jeruzalem, de regelmatige periodes van vasten, bidden, het belijden van zonde, vele uren van Bijbelstudie, langdurige samenkomsten en veel tijd van gebed en aanbidding van God.

In hoofdstuk 13 lezen wij over Nehemia’s geestdrift in het verlangen naar zuiverheid in het huis van God. Hij ging naar de tempel en deed iets vergelijkbaars wat Jezus later ook deed, toen Hij de tempel in Jeruzalem reinigde. Nehemia zag dat het volk had toegestaan om hun onbekeerde familieleden in een kamer in de tempel te laten wonen.

Eliashib de priester was familie van Tobia (Neh. 13:4) en had in het voorhof een grote kamer voor hem klaar gemaakt. Nehemia gooide alles naar buiten. Letterlijk staat er, “Dit was volstrekt kwalijk in mijn ogen; daarom wierp ik al het huisraad van Tobia uit de kamer naar buiten” (vers 8). Het was hem ook opgevallen dat er velen waren die op de sabbat geld verdienden door dingen te verkopen. Hij bestrafte en waarschuwde hen en dreigde zelfs geweld tegen hen te gaan gebruiken (vers 21).

Wanneer de mens geen ontzag heeft voor God zelf, dan maar door middel van een man Gods. Hij had ook geconstateerd dat sommige joden met niet-joodse vrouwen getrouwd waren. Nehemia: “En ik sloeg sommige mannen van hen en trok hun de haren uit. Ik liet hen zweren bij God: U zult uw dochters niet aan hun zonen geven en van hun dochters niemand voor uw zonen of voor uzelf nemen!” (vers 25) Nehemia zuiverde hier het priesterschap, onbevooroordeeld en zonder aanziens des persoons, regelde priesterdiensten en regelde zelfs bijzonderheden als het zorgen voor hout voor de offerdiensten (vers 30en 31)!