geschreven door :   Zac Poonen categorieën :   jeugd de gemeente discipels
WFTW Body: 

In de gelijkenissen in Lukas 15 zien wij voorbeelden van vier soorten afvallers; een verloren schaap, een verloren zoon, een verloren oudste zoon, een verloren muntstuk, maar ook van de Drie-Enig God.

Het verloren schaap is een weerspiegeling van een gelovige die per ongeluk is afgedwaald door onbezonnenheid. De herder is het beeld van Jezus, de Zoon van God. De verloren zoon is een weerspiegeling van een gelovige die, al rebellerend, afstand genomen heeft van God en de kerk. De vader is hierbij het beeld van God de Vader. Hij gaat niet naar hem op zoek zoals in het eerste voorval. Hij wacht tot de zoon het niveau bereikt van de varkens en naar huis terugkeert.

De oudste zoon is de weerspiegeling van hen die verloren gegaan zijn in wettischme, eigengereidheid en trots.

De vrouw die op zoek is naar het verloren muntstuk is het beeld van een gemeente die gevuld is met de Heilige Geest. Zij deed het licht aan, maakte voorzichtig het huis schoon (Lukas 15:8) en zocht hierbij grondig naar het verloren muntstuk, tot zij het gevonden had. Toen zij het muntje verloren had leek zij op een slordige gemeente waardoor sommigen in de gemeente afvallig werden (de munt die verloren was). Toen zorgde zij voor licht (zij werd vervuld met de Heilige Geest) en ging op zoek naar de afvalligen en bracht hen weer terug in hun veilige thuis. Er zijn veel gelovigen die totaal geen compassie hebben voor hen die verloren dreigen te gaan en hen die terug- of afvallen. Zij zijn alleen maar in zichzelf geïnteresseerd.

Zulke gelovigen hebben geen enkel contact met God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Ik heb jaren het volgende gebed gebeden en ik heb de oudsten aangespoord om binnen onze kerk hetzelfde te bidden: “Here, wanneer er in onze omgeving iemand is die op zoek is naar een goddelijk leven, breng hem of haar dan alstublieft met ons in contact of breng ons in contact met hem of haar. En wanneer U zowel het ene als het andere niet doet, wilt U ons dan laten zien wat wij verkeerd doen, zodat wij dat recht kunnen zetten en wij in harmonie met U zijn en hen die dreigen verloren te gaan te kunnen vinden”. Ik wil u allemaal aanmoedigen om dit gebed te bidden.

Het type thuis waar wij de verloren schapen onderbrengen is ook erg belangrijk. Wanneer er in het thuis 99 schapen ziek zijn en elkaar bijten en aan stukken scheuren, dat is het verloren schaap beter af in de wildernis dan in zo’n tehuis. Wij moeten ons niet alleen inzetten om de verloren schapen te zoeken, maar er ook voor zorgen dat de 99 schapen gezond en in vrede met elkaar omgaan. Jezus zei: “ Zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben .” (Lukas 15:7 NBV). Wat een prachtige gemeente (thuis) is het waar 99 rechtvaardigen zijn die zich nergens van hoeven te bekeren! Waardoor kan zoiets? Dat komt omdat zij zichzelf beoordelen en iedere dag berouw hebben van hun verkeerde doen en denken. Dat is door de jaren heen mijn gewoonte geworden. Dat heeft tot gevolg dat ik de laatste jaren, bijna iedere dag wel iets ontdek wat niet is zoals Christus het bedoelt, waarna ik deze dingen beleid en mij ervan reinig. Wanneer u dat doet, dan heeft u geen tijd om op zoek te gaan om fouten bij anderen vinden, omdat u te druk bent om uzelf te beoordelen en u van uw misstappen te reinigen. Dan bent u in staat om zelf een gemeenschap op te zetten met mensen die het nodig hebben om “zich te bekeren”; een “thuis” waar de verloren schapen kunnen komen om genezen te worden.

Dus moeten wij ook in onze kerken en gemeentes constant de weg van bekering prediken. Langzamerhand zal, na een bepaalde periode, er een gemeente ontstaan waar men heeft geleerd om zichzelf te beoordelen en niet de ander.

Wanneer een herder een schaap kwijtraakte dan was het verlies voor hemzelf. Toen de vrouw het muntje kwijtraakte was het verlies voor haar rekening. En bij de verloren zoon, was dit het verlies voor de Vader. Bij al deze vergelijkingen wilde Jezus ons leren dat God iets kwijtraakt wanneer de mens zondigt. Het is onze opdracht om de mensen in de gemeente, die verloren dreigen te gaan, terug te brengen bij God. Eén ding wat de verloren zoon wist was dat zijn vader van hem hield. Dat is de reden waarom hij besloot om terug te keren. Hoe wist de vader dat zijn zoon op die dag terug zou komen? Omdat hij iedere dag uit het raam keek om te kijken of zijn zoon in de verte aan zou komen. Toen, op een dag, zag hij hem aankomen en rende op hem af om hem te verwelkomen.

De oudste zoon deelde de vreugde van zijn vader echter niet. Hij werkte altijd hard voor zijn vader en gehoorzaamde hem in alles ( Lukas 15:28-29), maar hij had geen oog voor de verlorene. Zijn hart was niet in overeenstemming met het hart van zijn vader. Hij heeft geen enkele keer tegen zijn vader gezegd: “Laat mij op zoek gaan naar mijn jongere broer en hem proberen te vinden”.

Er zijn twee typen christelijke werkers en oudsten. Het ene type is als de vader in de gelijkenis, vol van liefde en compassie. En het andere type is te vergelijken met de oudste van de twee broers, hard, onbuigzaam en professioneel. Wij kunnen zelf de beslissing nemen op wie van de twee wij willen lijken. In het begin van de gelijkenis is de ene zoon in het huis en staat de jongere zoon buiten. Er zullen velen, die nu de eersten zijn, de laatsten zijn in Gods Koninkrijk. Er zullen vele christenen die niet in het koninkrijk komen omdat zij geen overeenstemming hebben met het hart van de Vader. Iedere broeder en zuster in de kerk en gemeente moet een dienaar zijn van de Here en moet het hart van de Vader delen met hen die verloren zijn.